Overslaan en naar de inhoud gaan
Datum activiteit

Culturele activiteit van de maand maart: Geleid bezoek aan het museum voor Dierkunde KU Leuven
Maandag 6 maart om 14u30

Inschrijving en betaling van 5 euro met vermelding van je lidnummer + ‘dierkunde’
30 personen – 2 gidsen

Afspraak om 14u25 aan het museum, Charles Deberiotstraat 40, Leuven

Het Museum voor Dierkunde van de K.U.Leuven huist een indrukwekkende collectie van een 5000-tal bewaarde dieren en skeletten. De schelpencollectie, met schelpen van zowel in- als uitheemse soorten, is bijzonder uitgebreid. Ook het systematisch overzicht van het dierenrijk, dat de verschillende diergroepen van spons tot zoogdier toont, neemt een groot deel van de collectie in beslag. Hieronder lichten we enkele topstukken uit de collectie toe.

Het Museum voor Dierkunde behoort tot het indrukwekkende wetenschappelijke erfgoed van de K.U.Leuven. De geschiedenis van het museum is nauw verbonden met die van het Collegium Regium, alias het Koningscollege, in de Naamsestraat en met die van de universiteit zelf.

Het Koningscollege werd gesticht in 1579 door Filips II, koning van Spanje, en onderging belangrijke renovaties in de periode 1776-1779. Het huis was oorspronkelijk bedoeld als verblijfplaats voor studenten die zich voorbereidden op het priesterschap. Na de sluiting van de oude Leuvense Universiteit in 1797 werd het college overgedragen aan de stad, die het in 1817 ter beschikking stelde van de nieuw opgerichte Rijksuniversiteit. De zoölogische collecties vonden er een onderkomen in het nieuwe “Kabinet voor Natuurlijke Historie”. Met de steun van koning Willem I werden verzamelingen aangekocht in Engeland, Frankrijk en Duitsland.

De verzameling opgezette dieren dateert overwegend uit de 19de eeuw, maar exemplaren in vloeistof bewaard zijn doorgaans van een recentere datum. Onder professor Pierre-Joseph Van Beneden (1809-1894), die vanaf 1851 in het Koningscollege woonde, kende de collectie een grote uitbreiding. Nog vóór W.O.I moest een nieuwe museumzaal bijgebouwd worden. De collectie waterzoogdieren aangebracht door Van Beneden was dermate indrukwekkend dat ze de vergelijking met gerenommeerde musea in het buitenland kon doorstaan. Zijn opvolger, professor Gustave Gilson (1859-1944), droeg vooral bij met collecties meegebracht uit Roscoff en Napels en verzameld tijdens zijn reis langs de Fiji-eilanden. Na zijn benoeming in 1935 heeft ook professor Henri J. Koch (1911-1997) bijkomende specimen, vooral van Zweden en Noorwegen, aangebracht.

Een luchtbombardement tijdens W.O.II vernielde een groot deel van de toenmalige zoölogische collectie en het gebouw diende gerenoveerd te worden. Bij de splitsing van de universiteit in 1970 werd wat overbleef van de collectie verdeeld over de KU Leuven en haar zusteruniversiteit de UCL. Ongeveer de helft van de systematische verzameling werd samen met een collectie zoogdierenschedels naar Louvain-la-Neuve overgebracht. De resterende 5000 specimen werden daarna opnieuw aangevuld naar aanleiding van ecologische studiereizen en via talrijke schenkingen tot de verzameling die je nu kan bewonderen.


www.bio.kuleuven.be/museum

www.erfgoedcelleuven.be/nl/museum-voor-dierkunde

 

Paul Bessemans, 26 december 2022