Overslaan en naar de inhoud gaan
Datum activiteit

De Dijledelta van klooster- en brouwerijsite naar groene oase

Maandag 7 en 28 april om 14u30, binnenplein Sint-Geertruiabdij.

Voorafgaande inschrijving en betaling van 5 euro met vermelding van de verkozen datum, je lidnummer + ‘Dijledelta’. Telkens maximum 25 deelnemers. De bijdrage van de deelnemers wordt op de rekening van de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud vzw gestort. Leden van deze club kunnen gratis deelnemen.

Ooit een industriële zone, nu een hippe stadswijk aan de oevers van de Dijle en de Voer. In de nieuwe groene omgeving is er meer ruimte om elkaar te ontmoeten, meer contact met het water. Wat goed is voor de mens is dat ook voor de wilde natuur, die zich razendsnel nestelt op gunstige plekken, eventueel geholpen door de mens. Zo kregen de slechtvalken een nieuwe nestkast op de toren van Sint Geertrui. En langs de vistrap in het Sluispark kunnen vissen opnieuw stroomopwaarts zwemmen naar hun vroegere paaiplaatsen. Ook de bever heeft het Sluispark al ontdekt. Bomen en struiken zorgen voor schaduw en verkoeling en bieden voedsel en nestgelegenheid voor vogels, kleine zoogdieren en insecten. De grasvelden vangen het regenwater op en laten het infiltreren in de bodem. Voetgangersdoorsteekjes en fietspaden maken veilige verplaatsingen in de binnenstad mogelijk, weg van het autoverkeer. En op de natuurlijke oevers bloeien steeds meer wilde kruiden, zoals dotterbloem, gele lis en echte koekoeksbloem.

In de middeleeuwen werd deze delta gedomineerd door stadsbeemden en drassige grasweides met drenkplaatsen voor het vee. De huidige Vaartstraat heette Koyestraete. De eerste hertog van Brabant, Hendrik I, wilde de stad waarin hij resideerde meer prestige en welstand geven. Begin 13de eeuw liet hij de eerste stenen ringmuur rond Leuven bouwen. In 1204 gaf hij toelating om net buiten die nieuwe ringmuur een kapittel van reguliere augustijner kanunniken op te richten, op de plaats van de kleine kapel toegewijd aan de H. Gertrudis. De daaropvolgende eeuwen beseften gezagsdragers dat kloosters naast hun religieuze taken ook heel wat socio- economische en culturele diensten konden leveren. Behalve de Sint-Geertruiabdij werden in de Mechelsestraat het klooster O.L.Vrouw ten Wijngaert en de refuge van de abdij van Vrouwenpark Rotselaar gesticht, op geschonken gronden.

Met keizer Jozef II en zeker tijdens de Franse Tijd eind 18de eeuw kwam er een drastisch einde aan de kerkelijke macht. De kloosters en abdij werden opgeheven en hun gronden verkocht voor industriële doeleinden. Op de huidige binnentuin van Sint-Geertrui bouwde Staes een blauwververij ‘Union des Teinturerie’. De eigenzinnige kanunnik Thiéry herstelde de abdijsite en liet op het rustige binnenplein exotische bomen aanplanten, o.a. zwarte en witte moerbei. In 1921 start Guillaume Wanet een schoenfabriekje in de Mechelsestraat. Gedwongen door massaproductie in het buitenland sluit hij in 1966 de deuren. Recent werden de ateliers afgebroken om er het Katelijnepark aan te leggen. Het publieke moestuintje van ‘Ruimtevaart’ brengt kinderen en gezinnen in armoede dichter bij de natuur en in contact met anderen. De refuge van Vrouwenpark Rotselaar werd in verschillende percelen verkocht aan ambachtelijke brouwers. Door samensmelting ontstond omstreeks 1900 de ‘NV Van ThiltSoeurs’, maar die werd op haar beurt in 1954 opgekocht door de machtige buur Artois. Tussen Dijle en Voer, richting Keizersberg, werd het klooster O.L.Vrouw ten Wijngaert verkocht aan ‘Brasserie La Vignette’. In 1937 werd ook deze brouwerij overgenomen door Artois. 

In 1966 werd de Dijle overwelfd om er extra opslagcapaciteit te voorzien. Alle industriële activiteit werd overgeheveld naar de Stella fabrieken buiten de stad. Rond 2000 werd de voormalige klooster- en brouwerijsite herschapen tot een nieuwe residentiële wijk, met groene zones zoals het Predikherenpark, Klaverpark en Jaartallenpad met de verlegde Dijlebedding. In brouwerij ‘De Hoorn’ werd in oktober 1925 voor het eerst Stella Artois gebrouwen. De naam ‘Stella’ is latijn voor (kerst)ster, want het bier werd in 1926 als kerstcadeau voor de Leuvenaars geïntroduceerd. Het beschermde gebouw is intussen een eventlocatie waar je kan feesten tussen de stookketels van de vroegere brouwzaal of genieten op het terras van het eetcafé met uitzicht op het Sluispark. De resten van de Sluismolen getuigen van de middeleeuwse nijverheid. De stad zal de molen volledig restaureren. Hopelijk overleeft de eerste vijgenboom van Leuven deze ingrijpende werken.

Yvette Toison

 

🡡