Overslaan en naar de inhoud gaan

Franciscus en de kerststal kunnen in deze tijd van het jaar niet ontbreken. Deze versie van het beroemde verhaal stamt – met lichte aanpassingen - uit: Margaret Mayo en Peter Malone: Broeder Zon, Zuster Maan. Het leven van Franciscus van Assisi, Zeist 2000:

Franciscus deed nogal eens iets onverwachts. Hij zat vol verrassingen en één van de mooiste en ontroerendste vond plaats in de kersttijd, ongeveer drie jaar vöör zijn dood. Franciscus woonde toen met enkele broeders in een paar grotten in de heuvels bij het stadje Greccio. Het was bijna Kerstmis, zijn lievelingsfeest. Hij noemde het altijd het feest der feesten. Franciscus zat te denken aan de geboorte van Jezus. Ik wou dat ik kon laten zien hoe het toen werkelijk was, dacht hij, zodat iedereen weet heeft van de armoedige, nederige plek waar het kind van Betlehem geboren is. Niet in een paleis, maar in een stal. Opeens lichtten zijn ogen op. Hij wist wat hij ging doen…

Franciscus was ziek geweest en had dikwijls veel pijn, dus wendde hij zich tot Johannes, een erg goede vriend van hem uit Greccio. 'Ik heb je hulp nodig', zei Franciscus. 'Voor iets heel bijzonders. Ik vraag je om op kerstavond…' en Franciscus legde hem zijn plannetje voor. 'Maar houd het geheim. Het moet een verrassing blijven.'

Op kerstavond klopte Johannes aan bij een oude boer. 'Mag ik je os lenen?' vroeg hij. 'Broeder Franciscus heeft hem vannacht nodig, voor iets bijzonders.' 'Voor Franciscus mag je alles lenen', zei de oude man, die als zoveel mensen heel veel van Franciscus hield. 'Mag ik je ezel dan ook lenen? En wat hooi en de voerbak?' zei Johannes. 'Zeker', zei de oude man. 'Maar waarvoor heeft hij het nodig? En nog wel deze avond. Het is immers kerstavond?' Johannes hield een vinger voor zijn mond. 'Het is een geheim. Een grote verrassing', fluisterde hij. 'Kom maar naar de nachtmis in de kerk midden in het bos en je zult het zien.' Zo werd de voerbak van de beesten vol met hooi op de rug van een kleine ezel gehesen en daar ging Johannes met de ezel aan de leiband en een zware os voor hem uit. En het nieuwtje verspreidde zich die dag als een lopend vuurtje door het stadje. Een grote verrassing… vannacht…

De nachtmis in her kerkje midden in het bos… Franciscus zal er zijn. Die avond laat vlogen de deuren open en werden daarna weer hard dichtgeslagen. Jong en oud kwamen al huppelend, schuifelend en strompelend uit de huizen, en iedereen had een kaars of een fakkel bij zich om de donkere nacht te verlichten. Lachend en zingend baanden zij zich een weg door het bos. Eén voor één betraden ze de kerk. En hun adem stokte: 'O!' Wat een verrassing! In de kerk stond een kribbe, vol met hooi, en daarnaast een zware os en een kleine ezel. Vlakbij stond Franciscus, dun en broos in zijn grauwe opgelapte pij, met een liefdevolle glimlach naar de kribbe te kijken, alsof het kind Jezus erin lag. De viering begon. De priester droeg de mis op bij de kribbe. En Franciscus zong met zijn prachtige heldere stem de woorden van het evangelie over de geboorte van Jezus. Toen hij klaar was, sprak hij over het kind van Betlehem, over de nieuwe Koning. 'Hij is niet in een paleis geboren, maar in een stal', zei Franciscus. 'Kijk goed en vergeet het nooit. Hij was arm en eenvoudig.' Voor de mensen in de kerk was het alsof er echt een kind in het hooi lag, in de eenvoudig in elkaar getimmerde kribbe, net zoals lang geleden in Betlehem. En zo eindigde deze nachtelijke viering: jong en oud liepen terug door het bos, vervuld van verwondering, vreugde en vrede. Franciscus' aangrijpende, mooie verrassing is sindsdien op verschillende manieren nagedaan.

 

Tegenwoordig staat overal met Kerstmis wel ergens een levende kerststal opgesteld om de armoedige en nederige geboorte van het kindeke Jezus zo echt mogelijk te doen lijken.

 

Willy Staessens, 12 september 2019

🡡