Overslaan en naar de inhoud gaan

Erven tussen broers en zussen
Het tarief voor erfenissen tussen broers en zussen, tussen halfbroers en halfzussen is gelijk.

Hier geldt geen opdeling tussen roerende en onroerende goederen.
Tarieven:
Van 0,01 tot 75.000 euro               30 %
van 75.001 tot 125.000 euro         55 %
boven 125.000 euro                       65 %

Erven tussen andere personen dan erfgenamen in rechte lijn of broers en zussen
Hier zijn bedoeld: andere familieleden dan erfgenamen in rechte lijn of broers en zussen, dus andere familieleden of vreemden.

Ook hier zijn drie schrijven:
0,01 tot 75.000 euro                       45 %
75.001 tot 125.000 euro                 55 %
boven 125.000 euro                        65 %
Deze tarieven worden toegepast op de totaliteit van het erfdeel en dan verdeeld per erfgenaam, evenredig tot hun deel.

Wie zijn onze erfgenamen volgens de wet?
Indien er geen testament of geen schenking is, bepaalt de wet wie onze erfgenamen zijn.
De wetgever stelde een rangschikking op en deelde de erfgenamen op in vier orden volgens
bloedverwantschap:

  1. alle afstammelingen van de erflater/erflaatster: kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen,...
  2. als de overledene geen afstammelingen achterlaat: de ouders van de erflater/erflaatster samen met zijn broer(s) en zuster(s) en/of hun afstammeling(en);
  3. als de overledene noch afstammelingen, noch broer(s), zuster(s) en/of hun afstammeling(en) nalaat: ouders grootouders, overgrootouders,… Kortom alle bloedverwanten in opgaande lijn;
  4. als de overledene geen erfgenamen van eerste, tweede of derde orde nalaat: ooms, tantes en hun nakomelingen (neven en nichten dus), grootooms, groottantes. Dit noemt men bloedverwanten in de zijlijn. Een hogere graad sluit een lagere steeds uit.

Binnen de orde bepaalt de graad of men al dan niet erft.
In rechte lijn zijn er zoveel graden als er generaties zijn tussen de personen.

Een voorbeeld schept misschien meer duidelijkheid:
Tussen ouders en hun kinderen is er één generatie. Zij staan dus tot elkaar in de eerste graad.
Tussen grootouders en kleinkinderen telt met twee generaties. Zij staan tot elkaar in de tweede graad.

In de zijlijn bepaalt men de graad via de gemeenschappelijke stamouders. Men telt de generaties vanaf de overledene tot de gemeenschappelijk stamouder in opgaande lijn. Vanaf deze stamouder daalt men vervolgens af tot aan de erfgenaam.
Een voorbeeld ter verduidelijking:

  • Een zus is bijvoorbeeld een bloedverwante in de tweede graad.
  • Twee neven staan tot elkaar in de vierde graad.

Er wordt dus geteld via ouders respectievelijk grootouders (gemeenschappelijke stam).

De voorrangsregels van orde en graad worden samen toegepast. Op deze voorrangsregels bestaan twee uitzonderingen: de plaatsvervulling[1] en de kloving[2].

AANVAARDING  OF VERWERPING
Als erfgenaam heb je drie mogelijkheden:

  1. Je aanvaardt de nalatenschap zonder meer. Het vermogen van de overledene en je eigen vermogen smelten samen. Je erft niet alleen de schuldvorderingen en de bezittingen van de overledene, maar ook diens eventuele schulden. Als blijkt dat de schulden (= het passief) groter zijn dan de schuldvorderingen en de bezittingen (= het actief), dan zul je het verschil moeten betalen met je eigen vermogen.
  2. Je verwerpt de nalatenschap. In dat geval draagt men het vermogen over aan andere erfgenamen die niet verwerpen. Als alle erfgenamen verwerpen, dan is het aan de staat om de nalatenschap al dan niet te aanvaarden.
  3. Je aanvaardt de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving.
    In dat geval maakt de notaris eerst een inventaris op van het vermogen van de overledene. Je kijkt dus eerst naar het actief (bezittingen) en het passief (schulden). Als er nog iets overschiet nadat alle schuldeisers betaald zijn, dan telt men dat overschot (= het actief) bij je eigen vermogen op. Als het vermogen van de overledene niet volstaat om alle schuldeisers te betalen, kunnen zij zich in geen enkel geval tot jou wenden om alsnog betaling te verkrijgen.

Maar als de schulden groter zijn dan het vermogen, dan betekent dat nog niet dat je geen successierechten moet betalen, ook als je de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving hebt aanvaard.
Tot bewijs van het tegendeel rekent de administratie alles wat de overledene in de 3 jaren voor zijn dood aan roerende goederen bezat (geld, effecten aan toonder, meubilair, kleding, juwelen ….) tot het vermogen van de overledene, ook al is dat in werkelijkheid niet meer zo. Dat betekent dat alle bedragen die de overledene tijdens de 3 laatste jaren van zijn leven ontving (bijvoorbeeld bij een nalatenschap of door de verkoop van onroerend goed) tot het vermogen (= actief) behoren, ook al zijn ze verdwenen! Op die bedragen moet je dan ook successierechten betalen, zelfs als je ze niet gekregen hebt en zelfs als je de nalatenschap onder voorrecht van boedelbeschrijving hebt aanvaard. Als erfgenaam moet je zelf het bewijs van het tegendeel leveren. Maar dat is vaak een onmogelijke opdracht omdat je wellicht niet weet wat de overledene met die bezittingen gedaan heeft.
Wees dus voorzichtig!

U zoekt meer informatie?

1700

Als je meer inlichtingen wil over de registratierechten, kan je op weekdagen tussen 9 en 19 uur telefonisch contact opnemen met de Vlaamse overheid: gratis nummer 1700
Elektronisch via de Vlaamse portaalsite www.vlaanderen.be .

Website

Je kan de informatie uit de brochure van de Vlaamse overheid en de nieuwste regelgeving ook raadplegen op de Vlaamse belastingsite: www.belastingen.vlaanderen.be .          

 Registratie
Voor praktische inlichtingen kan je terecht bij een registratiekantoor van uw kanton of bij Erwin Van de Velde, informatieambtenaar bij de Administratie van de Patrimoniumdocumentatie:
North Galaxy bus 50
Koning Albert II-laan 33; 1030 Brussel
telefoon: 02 5763598; e-mail: [email protected] .

website : www.minfin.fgov.be

De notaris
Neem gerust vrijblijvend contact op met een notaris. Hij of zij geeft je graag gratis inlichtingen over alles wat met registratierechten te maken heeft.

Wordt vervolgd.
Verminder de successierechten door handgift, bankgift of schenking, testament, successieplanning, …
 

 

[1] Plaatsvervulling is wanneer iemand die in aanmerking kwam om te erven, reeds eerder overleden is. Dan kunnen zijn of haar afstammelingen in zijn of haar plaats erven. Plaatsvervulling is enkel mogelijk bij vooroverlijden van een erfgenaam en geldt niet indien de erfgenaam de nalatenschap verwerpt.  Bovendien moest de vooroverleden erfgenaam bekwaam zijn en niet onwaardig. Plaatsvervulling is enkel mogelijk ten voordele van de afstammelingen van een vooroverleden kind, een vooroverleden broer of zus of een vooroverleden oom of tante.

 

[2] Kloving kan plaats vinden in twee situaties:

Grote kloving: de overledene laat geen afstammelingen, broers of zussen of afstammelingen van broers of zussen na. De nalatenschap wordt dan in twee gelijke delen gesplitst. Een deel gaat naar de bloedverwanten in de vaderlijke lijn en een deel naar de bloedverwanten in de moederlijke lijn. Elke helft komt toe aan de erfgenamen die het dichtst staan in orde en graad bij de erflater.

Kleine kloving: de overledene laat broers of zussen (tweede orde) uit verschillende huwelijken of relaties na.  De nalatenschap wordt in dat geval in een vaderlijke en een moederlijke lijn gesplitst.
De volle broers en zussen erven in beide lijnen. Halfbroers en halfzussen behoren tot de tweede orde en sluiten dus de derde en de vierde orde uit.

Jos Dewinter, 24 februari 2012

 

 

🡡