Overslaan en naar de inhoud gaan
De grootouders en hun betekenis voor kind en gezin


Samenvatting van de voordracht op 11 maart 2014 voor Universiteit Derde Leeftijd Leuven.

Prof. Hans Van Crombrugge
HU Brussel

Volgens Kornhaber, één van de promotoren van Grandparents' Mouvement in de VS die vooral actie voert voor de erkenning van de relatie tussen grootouders en kleinkinderen bij scheiding, zijn grootouders, kinderen en kleinkinderen van elkaar vervreemd geraakt. In onze samenleving leven generaties naast elkaar. Kinderen die geen contact meer hebben met de oudere generaties, niet mogen delen in hun levenservaring, hebben geen toekomst, missen iets wat essentieel is in de opvoeding. En de samenleving valt uiteen.

Dergelijk negatief beeld is eenzijdig en ook onjuist. Uit onderzoek weten we dat grootouders en gezinnen heel actief betrokken zijn op elkaar en dat de grootste groep kleinkinderen hun grootouders frequent en regelmatig zien. 

Grootouder-zijn is een balans vinden tussen het respecteren van het recht van de gezinnen van de kinderen op autonomie en toch tegemoet komen aan de plicht en de nood aan steun voor de jonge gezinnen. Dergelijk evenwicht hebben veel grootouders gevonden in het eenvoudigweg beschikbaar zijn om, wanneer nodig, de kinderen en hun gezinnen bij te staan. Deze beschikbaarheid van de grootouders wordt beloond met affectie vanwege de kinderen en vooral de kleinkinderen waarmee ze geregeld contact hebben.

Voor de opgroeiende kinderen, maar ook voor de ouders zijn de grootouders bovendien een houvast. Grootouders kunnen de kinderen opvangen en de nodige rust verzekeren, zij kunnen raad geven vanuit hun levenservaring, indien daarom gevraagd wordt, zij kunnen bemiddelen tussen de gezinsleden.

Vanuit onderzoek weten we dat grootouders deze rol ook opnemen. Grootouders zijn in vele gevallen een houvast in tijden van grote onzekerheid en ingrijpende veranderingen in de gezinnen. Ze zijn de toeverlaat voor hun gehuwde kinderen, maar vooral voor hun kleinkinderen. Grootouders verzekeren de rust, de kalmte, betrouwbaarheid, de stabiliteit, de geborgenheid, de privacy en al die andere relationele kwaliteiten die zo waardevol geacht worden voor het groot-worden en welzijn van de mens en die traditioneel door het gezin verzekerd werden.

Uiteindelijk kunnen grootouders evenwel de ouders niet vervangen. Vooral onderzoek naar de reorganisatie van de relaties tussen grootouders, ouders en kleinkinderen is erg duidelijk in deze. Op het moment van het uiteengaan van de ouders, is het goed dat het kleinkind kan terugvallen op grootouders die tijdelijk het merendeel van de ouderlijke rollen op zich nemen. De partners hebben trouwens weinig tijd en energie over om in de relatie met het kind te steken en dat

Juist op een moment dat het kind zelf nood heeft aan extra aandacht en zorg. Grootouders kunnen dit geven. Ook al is dat laatste ook niet steeds evident: grootouders zitten vaak zelf ook in een crisis als de kinderen scheiden. Niet alleen is er het verdriet om het uiteengaan, maar ook de angst om wat komen gaat: zullen ze de kleinkinderen nog kunnen zien? Op lange termijn zijn de kleinkinderen het meest gebaat met grootouders die opnieuw alleen grootouders zijn.

De ouder(s) moeten zoveel mogelijk een kerngezin met het kind vormen en de ouderlijke zorg opnemen. In het geval dat bijvoorbeeld grootvader de rol van de afwezige vader gaat overnemen, zien we meer aanpassingsproblemen bij kind en kleinkind. Kleinkinderen verliezen in dat geval niet alleen een vader, maar ook nog eens de grootvader.

Wij mogen grootouders evenwel ook niet idealiseren en overvragen. Grootouders zijn op de eerste plaats mensen. De grootouders zijn beschikbaar, ze zijn gewoon aanwezig, als concrete mensen waarop andere mensen beroep kunnen doen. Zoals een van de kleinkinderen in een onderzoek ooit verwoordde: "mijn grootouders zijn niet mijn ouders, maar het is toch familie; mijn oma is mijn oma en mijn opa mijn opa en dat is het."

De betekenis van de grootouders is vooral deze van het 'er zijn' in een wereld van actie. Ze zijn concrete symbolen van verbondenheid tussen en over verschillende levens heen, verbindingen met onbekende verledens, hun aanwezigheid geeft verbondenheid en continuïteit.

In hun tegenwoordig-zijn verwijzen de grootouders op specifieke wijze naar het verleden en zo naar de toekomst. Het verleden waar ze voor staan is niet zozeer de 'goede oude tijd', noch de levenswijsheid, het weten wat werkelijk waardevol is door levenservaring. Ze staan immers niet boven of naast de tegenwoordige tijd, maar zijn juist hier en nu aanwezig als concrete levende mensen.

Ze zijn het levende bewijs dat het leven leefbaar is, dat het mogelijk is moeilijkheden en hindernissen te overleven. Door het feit van hun aanwezigheid geven ze reeds een bepaalde zekerheid, m.n. dat innerlijke en uiterlijke veranderingen, hoe overweldigend ze op het moment zelf ook mogen schijnen, te verdragen en te verwerken zijn.

(registratie website: Jef Wouters 23 april 2014)

🡡