Overslaan en naar de inhoud gaan
Historiek Sint-Rafaël – deel 2
 

Globaal

 

1965
 

Vooraan: Inwendige ziekten
Rechts: Kindergeneeskunde
Parallel ermee: Gynaecologie
Achteraan: Kuithoek in aanbouw

 


Leuvense kraaminstellingen

Al in 1396 was er in Leuven een moederhuis voor arme vrouwen, maar het werd in 1489 bij gebrek aan financiële Materniteitmiddelen weer gesloten. In 1464 werd het 'Coelfsykershuis' opgericht, met dezelfde doelstelling. Omstreeks 1750 richtten de gebroeders Cnobbaert een fonds op om hoogzwangere vrouwen te steunen en te herbergen.

De Franse bezetter hief dit fonds echter op. Vanaf 1804 waren er drie stedelijke verloskundigen waarop de behoeftige vrouwen een beroep konden doen. In 1819 opende de 'Commissie der Burgerlijke Godshuizen' een ‘baarzaal' met de mogelijkheid tot verblijf voor de jonge moeders. Die baarzaal bevond zich in een zijdelings gelegen deel van het St.-Pietersziekenhuis, naast de Predikherenstraat, op de plaats waar we nu de ontbijtzaal van het Kloosterhotel treffen.

Studenten geneeskunde - het waren in die tijd allemaal mannen - konden in groepjes en onder leiding van hun professor de bevallingen meemaken. Er werd hen gevraagd om zich 'welvoeglijk' te gedragen tegenover de opgenomen vrouwen en het personeel. De instelling voldeed zo aan twee opdrachten: gezondheidszorg aan behoeftigen verlenen en de praktische opleiding van artsen verzorgen. Uit het patiëntenregister van die tijd, dat wordt bewaard in het archief van het OCMW Leuven, leren we dat Petronella Vandenberg de eerste patiënte was. Ze kreeg 'bed 5' toegewezen en beviel er van een tweeling.

Afbeelding verwijderd.In 1904 werd een nieuwe baarzaal in gebruik genomen in de Andreas Vesaliusstraat. Naast een rusthuis, een huis voor langdurig zieken en blinden, een huis voor vondelingen en een weeshuis opende de toenmalige Commissie van Openbare Onderstand (C.O.O.)  daar ook een moederhuis. Het was echter vrij rudimentair uitgerust en daarom besloot de universiteit om een nieuwe kraaminstelling te bouwen. Die werd in 1936 in het toen 'Academisch Ziekenhuis St.-Rafaël' genoemde ziekenhuis geopend, en dit enkele jaren na de opening van het Kankerinstituut en het Instituut voor Ongevallen. Professor Rufin Schockaert en zijn zoon Jozef voerden hier vele jaren het beleid. Later hielpen professor Renaer en professor Frans Van Assche hier duizenden kindjes ter wereld te brengen. In de beginperiode lagen er acht moeders met hun baby's samen in één grote patiëntenzaal.

Rustig zal het er dus wel niet geweest zijn. Verbouwingen zorgden later voor minder grote kamers en meer privacy. Het streng ogende gebouw staat bijna haaks op de Dijle-stadsgracht. Aanvankelijk stond het op een open terrein. Het VCTB-gebouw verdrukt nu echter dit statige, historische moederhuis.


Kindergeneeskunde

De verdere uitbouw van UZ Sint-Rafaël gebeurde in een snel tempo. Al in 1937 werd het kinderziekenhuis of de 'Pédiatrie' plechtig in gebruik genomen. Afbeelding verwijderd.

De kinderkliniek had een sobere voorgevel die samen met de achtergevel van de materniteit een wat donker en desolaat binnenplein vormde. De kamertjes van de kinderkliniek bevatten voor die tijd al het nodige om de patiëntjes in uiterst hygiënische omstandigheden te verzorgen: een toiletje met spoelbak en een lavabo. De kamers waren van elkaar gescheiden door een glaswand zodat de verpleegsters en kinderverzorgsters een oogje in het zeil konden houden en een zicht hadden op de aanpalende kamers.

Professor L. Maldague nam de leiding van de pediatrie op zich, na hem kwam professor P. Denys. Professor Eeckels nam van deze laatste de leiding over. Men sprak ondertussen van de dienst 'Kindergeneeskunde'. Onder het beleid van professor Eeckels werd de dienst in 1974 als eerste overgebracht naar het nieuwe ziekenhuis Gasthuisberg. Professor E. Eggermont nam de fakkel over van 1986 tot 1995 en tenslotte zou professor P. Casaer de kindergeneeskunde leiden tot hij in 2005 met emeritaat ging.

Afbeelding verwijderd.Inwendige Geneeskunde

Het gebouw  Inwendige Geneeskunde is opgetrokken langs de Dijle-stadsgracht en werd ook in 1936 in gebruik genomen. Professor F. Van Goidsenhoven leidde 'Inwendige Ziekten' tot aan zijn overlijden in 1954. Een wandplaat in de traphal van dit gebouw herinnert hieraan.

Na hem kreeg professor Josué Vandenbroucke (de vader van de huidige minister Frank Vandenbroucke) de leiding over deze dienst. Hij breidde die sterk uit: internistische specialisaties zoals pneumologie, cardiologie en endocrinologie werden onder zijn beleid in het pakket opgenomen.

Ziekten van het Hoofd

Het gebouw langs de Kapucijnenvoer noemen UZ-medewerkers 'de Kuithoek'. Die naam verwijst naar de Leuvense Afbeelding verwijderd.historische plaats op de hoek van de Brusselsestraat en de Kapucijnenvoer. Er stond hier een brouwerij. Men brouwde er o.a. 'cuytbier'. Cuyt slaat op bier met een laag alcoholgehalte, of tafelbier.

In dit gebouw – gebouwd in 1965 en geopend in 1966 - werden de patiënten met ziekten van het hoofd verzorgd: men hield er zich bezig met neus-, keel- en oorziekten, oogziekten en tandheelkunde. Tegenwoordig zijn enkel de consultatiediensten van tandheelkunde nog aanwezig in dit gebouw. De hospitalisatie-bedden van de drie hoger genoemde disciplines zijn reeds naar het UZ Gasthuisberg overgebracht, evenals de raadplegingen van neus-, keel-, en oorziekten en van oogziekten.

Voorlopige Centrale Technisch Blok VCTB)

Afbeelding verwijderd.Het torengebouw is het hoogste gebouw van UZ Sint-Rafaël. Het is ook het laatst opgetrokken en het meest moderne gebouw. De bouwwerken startten in 1967 en de eerste diensten werden in gebruik genomen in 1972.

Eén van deze diensten was de spoedgevallendienst in de kelder. De ronde, afdalende inrit leidde naar de poorten van deze dienst. Op het gelijkvloers troffen we vroeger de consultatie van Inwendige Geneeskunde aan, later die van Dermatologie (huidziekten). Ook deze consultaties zijn overgebracht naar het UZ Gasthuisberg. De diensten Hartbewaking, Medisch Intensieve Verpleegafdeling, Centraal Klinisch Laboratorium, Laboratorium Bacteriologie, Nierdialyse en Niertransplantatie vonden er van af het begin van de jaren '70 onderdak op de verschillende verdiepingen van het torengebouw.  Ook de Dienst Informatieverwerking, de computerafdeling kreeg er de nodige lokalen toegewezen.

Al de verdiepingen van het VCTB zullen de volgende jaren een herbestemming krijgen. Welke bestemming is nog onduidelijk.

Uit ‘Wandeling. Gezondheidszorg in het oude Leuven’.
75 jaar Universitaire Ziekenhuizen
Herman Verbruggen 2004