Overslaan en naar de inhoud gaan

Brandende liefde

Het zomert volop. Het weer is er weer. een beetje zon en een beetje regen. Maar wel lange dagen. En dat vind ik fijn. Dat is voor mij zomer: licht, veel licht. En daar boven op ben ik een echte gelukzak. Ik woon naast de Leuvense Kruidtuin en geniet elke dag van al zijn weelde. Ik noem hem ‘mijn tuin’ of ‘onze tuin’. Én… ik moet hem niet onderhouden. De laatste tijd houd ik me al eens Afbeelding verwijderd.bezig met het lezen van de naamplaatjes die bij de verschillende planten staan. Daar staat in heel plechtig latijn hun soort, hun geslacht en hun particuliere naam… en heel vaak ook hun volkse naam en dat is soms heel grappig.

Ik noem er enkele: heksenkruid, tripmadam, dagschone, slaapmutsje, rots-honger-bloempje,, tranend-hartje, muizestaart, wildemanskruid, juffertje-in-t’groen, naald-van-Clopatra, drie-uren-bloem, hoe-langer-hoe-liever, oude wijfjes,  én natuurlijk niet te vergeten: ‘Brandende Liefde’ en daar begon de inspiratie voor deze bijdrage.

Brandende of vurige liefde…natuurlijk zijn we allemaal al lang geen 20-30 jaar meer. De liefde van toen zal misschien wel wat meer in brand gestaan hebben dan nu. Maar liefde is liefde. Ze heeft vele schakeringen. En met de jaren kleurt ze wellicht wat zachter en milder en geduldiger. Ik moet niets meer veroveren, niets meer bewijzen .We kunnen wat meer koesteren, naar mekaar kijken met begrip voor het anders zijn van elkaar. Want ik ben ik en jij bent jij. In de volksmond zeggen we al eens: ieder kent zijne zot. Dat klinkt misschien een beetje negatief maar het is het niet. Langzaam leren we mekaar aanvaarden en respecteren. En we hebben ieder van ons met onszelf en samen met elkaar en met anderen de geschiedenis geschreven die ons gemaakt heeft tot wie we nu zijn. En dat maakt ons dankbaar en mild om zoveel dat we samen hebben doorgemaakt…het goede en het kwade. De goede en de kwade dagen, weet je wel !.

Liefde of ze nu fel brandend is of bezadigd en mild… we kunnen niet zonder. Elk van ons afzonderlijk in zijn/haar situatie en ook als groep van senioren. Het is de liefde (ik wil het zo noemen) die ons bijeen brengt en bijeenhoudt.

En ik wil besluiten met het Hooglied van Sint Paulus:

Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen: als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal.

Al heb ik de gave der profetie, al ken ik alle geheimen en alle wetenschap, al heb ik het volmaakte geloof dat bergen verzet: als ik de liefde niet heb, ben ik niets.

Al deel ik heel mijn bezit uit, al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: als ik de liefde niet heb, baat het mij niets.

De liefde is lankmoedig en goedertieren; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich niets in.

Zij geeft niet om de schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan.

Zij verheugt zich niet over onrecht, maar vindt haar vreugde in de waarheid.

Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij.

De liefde vergaat nimmer.

De gave der profetie zal verdwijnen, tongen zullen verstommen, de kennis zal een einde nemen.

Want ons kennen is stukwerk en stukwerk ons profeteren.

Maar wanneer het volmaakte komt, heeft het onvolmaakte afgedaan.

Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, dacht ik als een kind; nu ik man geworden ben, heb ik het kinderlijke afgelegd.

Thans zien wij in een spiegel, onduidelijk, maar dan van aangezicht tot aangezicht.

Thans ken ik slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals ik zelf gekend ben.

Nu echter blijven geloof, hoop en liefde, de grote drie; maar de liefde is de grootste.

(1 Korinthiërs 13)


Willy Staessens

🡡