Overslaan en naar de inhoud gaan
On(t)macht


Enige tijd geleden kreeg ik van een vriendin een tekst onder ogen. Dit moet je eens lezen zei ze. Ik kreeg deze tekst van mijn collega, toen ik als pastor pas begon te werken op mijn nieuwe plek. Ik las toen die tekst, uit beleefdheid, en vond het maar niets. Ik was nog jong en ik zou de wereld veranderen. Ik legde hem dus in de schuif van mijn bureau. Ik had hem dus niet weg gegooid. En nu na zoveel jaren duikt hij opeens weer op en hier ligt hij nu voor mij. En ja de jaren en het leven hebben hun werk gedaan en hebben mij grondig veranderd. Want zo gaat dat in het leven… veel ervaringen, veel ontmoetingen met mensen in allerlei omstandigheden. En je ziet het in jezelf en bij de anderen.

Er zijn zoveel tegenstellingen in mij en wellicht in elk van ons: kwetsbaar en onkwetsbaar, aanraakbaar en onaanraakbaar, gesloten en open, macht en onmacht, hard en zacht, moedig en moedeloos en ga zo maar door… en de twee tegengestelden zijn meestal allebei in onszelf aanwezig.

Maar gaandeweg heb ik toch wel ontdekt wat van de twee verbinding maakt en wat niet, wat mensen in relatie brengt met elkaar en wat niet. Het rare is dat het niet de waarden zijn van kracht en macht en competitie en meedogenloze concurrentie (waar toch heel onze wereld rond draait) maar eerder de kleinheid, de zwakte en de onmacht zijn en de kwetsbaarheid, van de een voor de ander, die het samen-leven opbouwen. Als je die kunt zien en laat zien kan er ontmoeting ontstaan en zorg en solidariteit en vriendschap en verbondenheid. Het heeft veel meer met onmacht te maken dan met macht. Of moet ik zeggen laat ons maar on(t)macht (wars van elke macht) zijn voor elkaar, de een voor de ander.

En nu laat ik jullie de tekst lezen die mij toch wel heel sterk geraakt heeft.
Ik geef hem graag aan jullie door, zoals ik hem gekregen heb.


Broeder onmacht (Herman Verbeek)

onverwacht gekomen,
groter, veel groter dan ik dacht
zonder kloppen, zonder sleutel
stond jij in mijn huis

keerde mijn gezicht af nog eens
ik wilde jou niet zien
altijd sterk geweest en nog wel
dit. is míjn huis, ga

maar jij bent gebleven zwijgend
ik moest toch iets met jou
nam jouop met dwarse ogen
wilde wel gesprek

luisterde een nacht lang, nachten
je deerde me steeds meer
gaf mij zomaar niet gewonnen
tot ik jou begreep

mooie namen wist ik jongen
jij bent een engel jij
vriend en bondgenoot en raadsman
broeder onmacht dag

wat het was ik leerde langzaam
de verste weg te gaan
zijn met zoveel. Machtelozen
jij bracht ze bij mij

vrouwen mannen allerkleinsten
hier bèn ik, hier ben ík
mag ik samen verder met je
wie is tegen ons


Willy Staessens, 2 mei 2019

🡡