Overslaan en naar de inhoud gaan

De Keizerskroon

Sprinkhanen hebben geen koning en toch trekken ze gezamenlijk en in goede orde op. (spreuk uit joodse wijsheid kringen). De bijbelse profeten waarschuwden voor de gevaren verbonden aan het koningschap.(1 Samuel 8,11-20). Een koning in die tijd is immers het symbool van absolute macht en heerschappij over alles en iedereen; met de verknechting en onderdrukking van dien. En toch... Toch blijven samenlevingen, zij  het op een beetje een andere manier, zich door geld, macht en prestige laten leiden.Wijsheid en profeten uit allerlei culturen worden al eeuwen genegeerd. Andere menselijke patronen lijken sterker. Hoe komt dat toch?

De Deense filosoof Kierkegaard vertelt een verhaal over de lelie en de vogel.

Er was eens een lelie, ze stond op een afgelegen plek aan een stromend beekje. Zij stond goed bekend bij een paar dovenetels en nog wat andere wilde bloemen daar vlak in de buurt. De lelie ging, volgens de waarheidsgetrouwe beschrijving van het evangelie, mooier gekleed dan Salomo in al zijn heerlijkheid. Bovendien was ze zorgeloos en blij de ganse lieve dag. Ongemerkt en vergenoegd vergleed de tijd, zoals het stromende water, murmelend voortkabbelend.

Maar toen gebeurde het dat op zekere dag een vogeltje bij de lelie op bezoek kwam. De volgende dag kwam het weer, bleef vervolgens een paar dagen weg, totdat het weer terugkwam. De lelie vond dat vreemd en onverklaarbaar. Onverklaarbaar dat die vogel niet op dezelfde plaats bleef, zoals de wilde bloemen, vreemd dat die vogel zo wispelturig kon zijn. Maar het verging de lelie zoals het zo vaak gaat: zij raakte juist steeds meer op de vogel verliefd omdat hij zo wispelturig was.

Dat vogeltje, dat was een nare vogel. In plaats van zich in de lelie te verplaatsen, in plaats van blij te zijn met haar schoonheid en blij met haar te zijn over haar onschuldige geluk, wilde de vogel indruk maken, met zijn eigen gevoel van vrijheid en door de lelie haar gebondenheid te laten voelen. En dat niet alleen, maar het vogeltje was bovendien een praatjesmaker. Het hing allerlei verhalen op, waar en onwaar. Hoe er op andere plaatsen ontzaglijk veel lelies waren van nog een heel ander soort schoonheid. Hoe daar plezier was en vrolijkheid, geuren en schitterende kleuren en een gezang van vogels, niet te beschrijven. Dat soort verhalen vertelde de vogel en telkens als hij zoiets vertelde besloot hij maar al te graag met de voor de lelie denigrerende opmerking dat zij, vergeleken met zoveel geweldigs, er niet uitzag. Ja, dat zij zo weinig te betekenen had dat het de vraag was met welk recht zij eigenlijk lelie genoemd werd.

Zo kreeg de lelie zorgen. Hoe meer zij luisterde naar de vogel, hoe meer zorgen zij kreeg. 's Nachts sliep zij niet rustig meer en 's morgens werd zij niet meer blij wakker. Zij voelde zich gevangen en gebonden. Het ruisen van de beek vond zij saai en de dagen lang. Zij begon zich met zichzelf bezig te houden en met haar levensomstandigheden, bezorgd over zichzelf - de hele dag door.

'Het kan best goed zijn', zei zij bij zichzelf, 'om af en toe eens, voor de afwisseling naar het ruisen van een beek te luisteren. Maar om dag in dag uit eeuwig hetzelfde te horen: dat is toch al te saai.' 'Het kan best prettig zijn', zei zij bij zichzelf, 'om af en toe eens op een afgelegen plek te verkeren, alleen. Maar om op deze manier je leven lang vergeten te zijn, geen gezelschap te kennen, behalve dan van brandnetels die voor een lelie toch eigenlijk geen gezelschap zijn: het is niet om uit te houden.' 'En om er dan zo schamel uit te zien als ik' zei de lelie bij zichzelf, 'zo onbeduidend te zijn, zoals het vogeltje van mij zegt. O, waarom ben ik toch niet op een andere plek terechtgekomen, onder andere omstandigheden, waarom ben ik eigenlijk geen keizerskroon geworden!'

Want dat had het vogeltje haar verteld, dat onder de lelies de keizerskroon als de mooiste werd beschouwd en dat alle andere lelies daar jaloers op waren. De lelie merkte helaas wel dat de zorgen zwaar op haar drukten maar dan sprak zij zichzelf verstandig toe. Alleen niet in die zin verstandig dat zij de zorgen van zich afzette maar zo dat zij er voor zichzelf van overtuigd raakte dat die zorgen terecht waren. 'Want' zei zij 'mijn wens is toch niet onredelijk. Ik verlang toch niet het onmogelijke: dat ik iets word wat ik niet ben, een vogel of zo. Mijn enige wens is een prachtige lelie te worden, eventueel de prachtigste.'

Ondertussen vloog het vogeltje af en aan. met ieder bezoek en ieder afscheid werd de onrust van de lelie gevoed. Ten slotte vertrouwde zij zich helemaal aan de vogel toe. Op een avond spraken ze af dat er de volgende morgen een verandering zou plaatsgrijpen en dat er een eind aan de zorgen zou worden gemaakt. De volgende morgen kwam het vogeltje vroeg. Het pikte met zijn snavel de aarde weg van de wortel van de lelie, zodat zij op die manier vrij kon komen. Toen dat gelukt was, nam de vogel de lelie onder zijn vleugel en vloog weg. Het was namelijk de bedoeling dat de vogel met de lelie naar de plaats zou vliegen waar die prachtige lelies bloeiden. Dan zou de vogel haar opnieuw helpen om daar geplant te worden en om te zien of door de verandering van plaats en de nieuwe omgeving het de lelie zou kunnen lukken om een prachtige lelie te worden in het gezelschap van al die anderen. Misschien zelfs een keizerskroon, waar ze allemaal jaloers op zouden zijn.

Sören Kierkegaard: Leren van de lelie en de vogel , pag 20-22 (1847)

Een verhaal dat naar de kern van de zaak gaat. Een bepaalde lelie wordt door een wispelturige vogel verleid om mee te vliegen naar een andere plaats waar veel mooiere bloemen zijn. Als zij meegaat zou ze even mooi kunnen schitteren als de keizerskroon. Op een bepaalde avond trekt de vogel de lelie uit de grond om mee te vliegen naar die andere plaats. De lelie haalt het niet. Kierkegaard wil laten zien dat door te vergelijken en te willen verschillen we ons menszijn verliezen, we er niet genoeg aan hebben mens te zijn. Door te vergelijken en op verschillen te focussen verliezen we het besef van mens te zijn en niet meer of anders te zijn dan andere mensen en andere levende soorten.

Hoe dan leven in dit dominante verhaal?

Het uitdagende vandaag is dat we het lelieverhaal voorbij zijn, ze is immers ten onder gegaan.

Met de brokstukken en in de brokstukken gaan staan met alles wat ademt en leeft en dan zien en voelen wat leven geeft, telkens weer opnieuw. Het verhaal van meer en anders, niet laten gebeuren. We kunnen gewoon blij zijn om wie we zijn en dankbaar dat we dat samen kunnen met anderen die ook blij zijn om wie ze zijn… niet meer en niet anders.

Willy Staessens, 12 februari 2023

🡡