Overslaan en naar de inhoud gaan

Tijdens mijn opleiding als ziekenhuispastor werd er veel nadruk gelegd op de zogenaamde tegenstelling, of liever de balans, tussen afstand & nabijheid. Hiermee werd bedoeld dat je een goed evenwicht moest leren hanteren tussen die twee uitersten.

Om iemand echt ‘nabij’ te kunnen zijn, moet je empathisch (inlevend) luisteren. Aanwezig en in-wezig proberen te zijn. Proberen te proeven en smaken wat iemand echt meemaakt. De pijn, het verdriet, de onmacht, maar ook de kleine en de grote vreugden, de hoop en het verlangen, het uitzien naar…eigenlijk alles wat des mensen is.

Dat is ontzettend belangrijk (wezenlijk eigenlijk) wanneer je iemand echt wil ontmoeten. Het gevolg is dat het je dan ook zelf heel diep beroert, aangrijpt, je mee-neemt en hét mee neemt.

Op zichzelf is dat een wonder gebeuren. Want juist dan gebeurt er iets tussen mensen nl. ‘ontmoeting’.Dat doet deugd, is verrijkend en leven-gevend.

Maar het is aan niemand geven om dat telkens weer opnieuw, telkens na elkaar met deze of gene mens te beleven of te proberen. Want het neemt je met huid en haar helemaal in.

Vandaar die ‘afstand’. Of om het anders te zeggen: je mag het niet mee naar huis nemen. Nog sterker zelfs je mag het niet meenemen naar een andere plaats , naar een volgende ontmoeting. Je moet het loslaten, er afstand van nemen. Het daar laten waar het is.

Alleen dan kan je weer vrij worden voor iets nieuws, voor iets of iemand die zo maar op je weg komt

Tijdens de ‘coronatijd’(‘kroontjestijd’) hebben we vooral ervaren hoe afwezig nabijheid en ontmoeting waren. We konden en mochten elkaar niet nabij komen: mekaar zien, horen en voelen. En dat voelde, hoe langer het duurde, erg desolaat aan.

Maar we leren hier ook uit hoe belangrijk het is mekaar te kunnen aanraken: een warme handdruk, soms eens iemand tegen je gilet kunnen trekken, een hartelijke omhelzing… allemaal tekens en symbolen (tastbare) dat je van iemand houd, dat je om iemand geeft, dat je iemand nabij wil zijn. Ik hoop dat dit weldra opnieuw kan…elkaar opnieuw knuffelen zei Dirk De Wachter, want er is huid-honger en er is verkilling en verstarring onder de mensen. Waar je anders blij en vrolijk waart omdat je iemand ontmoette, ben je nu bevreesd en angstig. Want misschien ben ik wel een bedreiging voor jou of ben jij een bedreiging voor mij. Dus zetten we allemaal ons masker op. Want het moet!!!

Ik zou iets anders willen voorstellen…laten we met zijn allen of om te beginnen met enkelen op bedevaart gaan naar ….. ??? het kapelleken van de Heilige Corona, om te verkrijgen dat deze pest zo vlug mogelijk achter ons ligt en dat we weer normaal kunnen doen.

Ik weet niet of we zullen verhoord worden en of zo’n pelgrimage zal helpen om de ziekte het land uit te krijgen. Maar ze zal in elk geval helpen mekaar te ontmoeten, onderweg er naar toe. Als er gegadigden zijn laat het maar weten.

Willy Staessens

En als toemaatje nog een mooi tekstje van Kris Gelaude

Weerklank

Zoals bomen gegrond in eigen aarde elk op zich te wuiven staan,
maar evengoed van lieverlee samen een bos kunnen beginnen,
zo kan het ook gebeuren met een woord.
In de ontmoeting met een ander woord wordt het meer dan alleen.
Al wat bestaat heeft weerklank nodig. Niet het minst een mens.
Want zonder taal en tegentaal komt men niet verder dan zichzelf.

Zullen wij het maar genoeg proberen?
Wachten, luisteren, op zoek gaan naar elkaar, bedachtzaam en geduldig.
En in gesprek een weg ontwaren. Desnoods een ongebaande.

Kris Gelaude  (TVG jrg 76 n°2)

🡡