Overslaan en naar de inhoud gaan
Datum activiteit

Zaterdag 24 september 2022

We bezoeken Verviers en omgeving. Op 14 juli 2021 werd de vallei van de Vesder, en ook Verviers, zoals je weet, heel erg getroffen door een stormvloed van water. Vandaag zijn de ergste sporen gewist, mede dank zij de hulp van vele Vlamingen die er hun vrije tijd in hebben stoken.
Het is niet om als ramptoerist deze streek te bezoeken, maar als een sympathiebetuiging en een beetje een steun aan de getroffen regio! Ook onze koning en koningin bezochten de streek recent al voor de tweede maal.

Bij aankomst in Verviers houden wij sanitaire stop en gebruiken we onze traditionele koffie met gebak in hotel Van der Valk Verviers. Hier komen Nederlandssprekende gidsen ons ophalen voor een wandeling door de stad.

Verviers, stad van water en wol

Het is een stad met een industrieel verleden waar 'het zachte goud' (de wol) en 'het blauwe goud' (het water) nauw samengaan. De reden? Het water van de Vesder, in combinatie met het vakmanschap van de ambachtswerkers gaf de wol een onvergelijkbare zachtheid.

Als dochter van de Vesder geniet de stad vandaag nog altijd een moderne status als waterstad, onder meer dankzij de talrijke nieuwe fonteinen, verspreid over de stad.

Voorzien van een cultureel erfgoed dat belangstelling verdient, straalt Verviers tegenwoordig een actief en aantrekkelijk nieuw imago uit. Het is Verviers gelukt om een stad op het platteland te worden, waar boomrijke parken, voetgangersoevers, wandel- en fietstochten, winkels en restaurants perfect inpassen.

De geschiedenis van Verviers begon enkele eeuwen geleden, toen het water van de Vesderde wol heel zacht maakte, waardoor hun lakens tot op markten aan de Middellandse zee verkocht werden. Vandaag herstelt Verviers, met een knipoog naar het verleden, zijn band met het "blauwe goud" dat hen vroeger zoveel welvaart bracht, met de stuwdam van de Gileppe, het waterzuiveringsstation van Stembert, de Société Wallonne des Eaux en de Société Publique de Gestion de l'Eau.

Verviers was vanouds een stad waar de lakenindustrie floreerde. Een van de lakenfabrikanten op het eind van de 18e eeuw was Simonis & Biolley. Toen de machinebouwer William Cockerill in 1797 uit Engeland vertrok, ontmoette hij in Hamburg een wolhandelaar die hem in contact bracht met Iwan Simonis. Deze nodigde hem uit om machines voor hem te bouwen voor de bewerkingen van wol. In 1799 vestigde hij zich in Verviers.

Allereerst liet Cockerill zijn schoonzoon, de machinebouwer James Hodson, in 1803 overkomen naar Verviers. Cockerill ging terug naar Engeland, waar hij van 1803 tot 1806 verbleef. Van daar uit smokkelde hij machineonderdelen, verstopt in kisten textiel, naar het vasteland. Dit was verboden vanwege het embargo dat tijdens het bewind van Napoleon Bonaparte van kracht was.

Toen William Cockerill samen met zijn schoonzoon James Hodson in 1807 een fabriek voor textielmachines in Luik begon, was de kiem voor de industriële revolutie op het Europese continent gelegd. De stad Verviers werd de eerste stad op het continent waar deze omwenteling een aanvang nam.

Daardoor evolueerde de lakenindustrie in Verviers van een aantal kleinere bedrijfjes tot een veel kleiner aantal grotere, geïndustrialiseerde bedrijven op basis van stoomkracht. Reeds in 1788 was de textielindustrie alhier verantwoordelijk voor meer dan 72% van de totale export van het Prinsbisdom Luik.
Halverwege de 19e eeuw lag in Verviers het zwaartepunt van de Belgische textielindustrie. Dat is ook de tijd waarin gebouwen opgetrokken werden die de grootsheid van de stad mee gingen bepalen. In 1873 echter vond een crisis plaats ten gevolge van overproductie. Deze duurde tot 1896. Einde 19e eeuw was een groot deel van de textielfabrieken in Verviers al verouderd ten opzichte van nieuwe en concurrerende industriegebieden. Uiteindelijk zijn er begin 21e eeuw nog slechts twee bedrijven (waaronder 
Iwan Simonis) actief in de wolindustrie.

In de donkere hokken van aftandse magazijnen van de wolfabrikanten had Verviers nog een rist roestige textielmachines staan, ooit gemaakt door de bollebozen waarover hoger sprake. Een beetje respect hiervoor, dachten ze bij de toeristische dienst. Tien machines werden van onder het stof gehaald en opgeknapt. Sommige daarvan zijn te vinden langs de stadswandelingen. Andere belanden in het wolmuseum.

Onder begeleiding van plaatselijke gidsen wandelen we door de stad en maken zo kennis met de belangrijkste plaatsen die de geschiedenis van dit onbekende Waalse stadje hebben bepaald.

Na de lunch die we ook gebruiken in hotel Verviers, maken we met onze bussen een rit door de streek. Zo komen we automatisch bij het plaatsje Limbourg.

Limbourg, één van de mooiste dorpen van Wallonië

Met een een plaatselijke gids kuieren we door de steegjes van Limbourg en maken zo een reis door de tijd.

Het huidige dorp Limbourg onderscheidt zich door zijn heel bijzonder natuurkader en erfgoed dat deel uitmaakt van het uitzonderlijk immaterieel erfgoed van Wallonië. Dit dorp was ooit als hoofdstad van het oude Hertogdom Limburg een versterkte plaats langs de Vesdre, tussen het Land van Herve en het Ardense massief.

Het mooie dorpje Limbourg heeft zijn bouwkundig erfgoed bijzonder goed kunnen bewaren tot grote tevredenheid van zijn inwoners en bezoekers. Het bouwkundig geheel van het dorp werd opgenomen op de lijst van uitzonderlijke onroerend erfgoed van Wallonië. Bovendien vind zijn er tal van geklasseerde monumenten. Eén en ander heeft wel voor gevolg dat de bestrating nog in kasseien is en daardoor nogal oneffen, wat het stappen wel bemoeilijkt.
Toch kunnen we genieten van een wandeling naar de Place Saint-Georges met zijn kinderkopjes. We kuieren ook door de steegjes en laten ons verleiden door de charmante huizen.

Liefhebbers van geschiedenis en de middeleeuwen komen in Limbourg aan hun trekken met de Saint-Georgeskerk, de kastelen, de fontein en de stenen tafel. We genieten ook van schitterende uitzichten over de omgeving en meer bepaald over het onmetelijke Hertogenwald vlak bij de Hoge Venen.

Onze busrit brengt ons vervolgens bij de stuwdam en het meer van de Gileppe. Het is een plaats die de meesten van ons ooit wel bezochten tijdens een schoolreis. Maar er is inmiddels heel veel veranderd. De gidsen zullen ons daar op wijzen.

De stuwdam van de Gileppe

De Gileppe stuwdam is een machtig mooi bouwwerk in de Ardennen nabij de plaats Jalhay en is gemaakt uit graniet. Het stuwmeer, het Lac la Gilleppe, heeft een capaciteit van maar liefst 25 miljoen kubieke meter water. Het meer heeft een oppervlakte van 130 ha. Samen met de Vesderstuwdam te Eupen voorziet het meer heden ten dage in drinkwater. De enorme stuwdam behoort tot de oudste betonnen stuwdammen van Europa. De bouw begon in 1869 en duurde tot 1878. Op 28 juli van dat jaar werd de stuwdam geopend door koning Leopold II.
Tussen 1967 en 1971 werd hij geconsolideerd en werd de capaciteit van het stuwmeer verhoogd tot 26,4 miljoen m³ water. De stuwdam werd toen meer dan 10 meter verhoogd. Na de beëindiging van dit werk werd de dam op 20 oktober 1971 door koning Boudewijn geopend.
Het meer wordt gevoed door de Gileppe, de Louba en de Soor.
De parking is het vertrekpunt van schitterende wandelingen in de bossen.

Het complex van Gileppe beschikt over twee iconische figuren: de panoramatoren en de majestueuze leeuw. We kunnen over de Gileppe stuwdam wandelen en even stilstaan bij het de leeuw. Het is een indrukwekkend beeld, schitterend om te zien. De beroemde leeuw, gemaakt door Félix-Antoine Bouré heeft een hoogte van 13,5m en weegt 130 ton. Hij werd opgetrokken met 183 blokken zandsteen die zoals een puzzel in elkaar passen. Ze werden volledig gedemonteerd en opnieuw opgebouwd ter gelegenheid van de recente verhoging van de dam.

De leeuw staat boven op de stuwdam en werd zo geplaatst dat hij trots uitkijkt in de richting van de toen slechts 5 kilometer verwijderde grens met het toenmalige Pruisen (Lontzen en Eupen).

Het ganse complex werd gebouwd als een hydro-elektische centrale die de energie gebruikt van het waterverval van 42,9 meter en het debiet van gemiddeld 76.300 m³/dag bedraagt. Twee turbines drijven elk een alternator aan. De centrale levert een jaarlijkse elektriciteitsproductie van 3.300.000 kWh.

We kunnen ook de 77,6 meter hoge uitzichttoren bestijgen, gelukkig met een kosteloze lift. Hier hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving. We zien weer onder meer het Hertogenwald.

Van hieruit reizen we eerst terug naar Verviers voor een sanitaire stop vooraleer we naar Leuven terugkeren.
 

Praktisch:

Vertrek: Leuven: 7u45 op de stelplaats van de lijnbussen nabij het station van Leuven aan de Vuurkruisenlaan.

Vertrek Parking Kapeldreef Heverlee: 8 uur.

De nieuwe locatie is de Kapeldreef tussen Computerwetenschappen en het IMEC-gebouw. Deze ruime parking werkt met een toegangscode, voor deze daguitstap is dat 3610# (opgelet, sluit af met een hekje).
De Lijn bus 2 stopt in de onmiddellijke nabijheid.


Deelnameprijs: 50 euro. Te storten op rekening van Seniorenclub K.U.Leuven, met vermelding van je naam, je lidnummer en de opstapplaats, uiterlijk donderdag 8 september.

🡡