Overslaan en naar de inhoud gaan

Culturele activiteiten - 20 jaar

Culturele activiteiten - 20 jaar


Dat het 80ste optreden in het STUK een onvergetelijk benefietconcert was door Paul Bessemans, dat wisten we al, het was trouwens het elfde benefietconcert. De optredens startten eind 2002 met Miel Cools, Compatriotas en de Stoopkes. Muziekgroepen uit België, Nederland, Engeland, Bulgarije, Mari El (GOS), Rusland, Slovakije, Dardinië, Oekraïne, Georgië. Intussen hebben we het hele scala van instrumenten en toonladders doorlopen: viool, harpen, marimba, gitaar, fluit, piano... En nog een hele boel meestal buitenlandse vreemde instrumenten er bovenop. Om nog enkele gedenkwaardige optredens te noemen: De Vaganten, Catherine Mertens en Luc Devos, Trio Cassiman, Jan Hautekiet en Patrick Riguelle.

Eind 2000 is Paul gestart met voordrachten, 5 à 6 per jaar. De laatste in maart 2018 heeft niet plaatsgevonden, een zekere Herman V.R. had zijn agenda niet goed opgevolgd. Annemie Deleyn en Paul Vranckx hebben dit onderdeel intussen overgenomen. Soms overschrijden we de capaciteit van het auditorium, we hebben al een groter gevonden.

Eind 2008 start Paul met maandelijkse (zelfbedruipende) culturele bezoeken, intussen al 150 in aantal. Verplaatsingen met trein, tram, bus, uitzonderlijk met een gereserveerde bus zoals naar het Kröller-Müller museum.
Paul heeft in die jaren voor velen onder ons een nieuwe wereld leren ontdekken, hartelijk dank en doe zo voort Paul.
De volledige lijst van activiteiten vind je hier: https://www.seniorenkuleuven.be/drupal/Cultuur

Een dankbare frequente deelnemer.

Blijf in je kot maar geniet van cultuur!

Blijf in je kot maar geniet van cultuur!


De website www.uitinhuis.be biedt een schat van culturele evenementen aan: honderden uren films, documentaires, virtuele museumbezoeken, toneelvoorstellingen, het kan werkelijk niet op!

Diepgaande kennismaking met de werken van onze Vlaamse meesters Jan Van Eyck en Bruegel vind je op www.stayathomemuseum.be

En dan wereldwijde musea, expo's, Google's kunstprojecten en zoveel meer vind je verzameld op www.vrt.be/vrtnws/nl/2020/03/18/virusvrij-en-virtueel-op-museumbezoek

Paul Bessemans, 7 mei 2020

Cultuur

Cultuur


Toen voorzitter Philippe Maertens in 2000 onze seniorenclub nieuw leven inblies, begreep hij meteen het belang om de leden, naast allerlei ontspannende activiteiten, een portie cultuur aan te bieden. Met bijzonder veel genoegen hebben we die opdracht aanvaard.

We deelden ze op in 3 activiteiten: voordrachten, concerten en culturele uitstappen. Met als bijzonder uitgangspunt: iedereen moet binnen zijn eigen interessesfeer worden bediend. Met dank aan de diensten van het rectoraat en het algemeen beheer kregen we (gratis!) de beschikking over de Ensemblezaal voor de concerten en een auditorium voor de voordrachten.

Inmiddels organiseerden we meer dan 100 voordrachten over de meest diverse onderwerpen. Geneeskunde, politiek, maatschappij, toerisme, wetenswaardigheden…

Een 80-tal concerten met binnen- en buitenlandse groepen met uiteenlopende muziekgenres: klassiek, folk, populair…

150 culturele uitstappen in allerlei domeinen: museumbezoeken, bedrijfsbezoeken, gebouwen en instellingen, speciale evenementen.

Er stelt zich een bijzonder probleem bij de ‘culturele activiteiten van de maand’: door de groeiende belangstelling moeten we sommige activiteiten tot 2 à 3 keren herhalen, en is dit nog niet voldoende om alle belangstellenden te bedienen.

Al deze groepsactiviteiten hopen we, nadat een allesomvattend vaccin aan iedereen toegediend is, verder te zetten en hierin meerdere medewerkers te betrekken. 

Paul Bessemans, 7 mei 2020

Van de redactie

Van de redactie


Beste clublid

Je hebt een nogal vreemd clubblad in handen. Want door de coronacrisis zijn alle voorziene clubactiviteiten momenteel afgeschaft en kunnen we ons nog niet wagen aan een hernieuwde opstart. Daarvoor zijn er te veel onzekere factoren.

Eén zaak is zeker: de sociale afstand (waarom moet dat toch altijd in het Engels, ‘social distancing’?) van 1,5 meter zal van toepassing blijven totdat er een allesomvattend vaccin aan iedereen kan toegediend worden. En de meesten van ons maken deel uit van de meest bedreigde groep, waarvoor dubbele voorzichtigheid geldt. En voor de alleroudsten: we moeten er over waken dat we niet in een Zweedse toestand geraken, waar 80-jarigen zelfs niet meer voor behandeling op spoedgevallen in een ziekenhuis worden opgenomen.

Omdat we absoluut de contacten met onze leden willen behouden – en het clubblad is hiertoe de enige mogelijkheid – bieden we u een gewijzigde inhoud aan, die onder meer de werkgroepen toelicht, enkele prominente figuren van onze universiteit voorstelt en andere universitaire aspecten belicht. Bij wijze van uitzondering zijn dit en het volgende clubblad dan ook driemaandelijks.

We zijn allemaal uit onze comfortzone gehaald, het abnormale wordt ‘het nieuwe normaal’. Het is meer dan duidelijk: niets wordt nog hetzelfde. Het is maar te hopen dat hieruit ook vele positieve trends kunnen ontstaan. Laten we er voor zorgen dat wij de regels, hoe sociaal moeilijk ze ook zijn, goed in acht nemen in de hoop dat we niemand door ‘dat smerige beest’ moeten verliezen.

En, omdat we allen deel uitmaken van onze geliefde universiteit, laten we grote dankbaarheid en hulde betonen

- aan het UZ-personeel, waar medici, verpleegkundigen, zorgverstrekkers, keukenpersoneel, poetspersoneel, laboratoriumwerkers en alle ondersteunende- en stafdiensten zich onverdroten inzetten en in deze bijzondere situatie het beste van zichzelf geven;

- aan het universitair personeel van de faculteit Geneeskunde, met in de nationale schijnwerpers de professoren Marc Van Ranst, Annemieke Vandamme, Johan Neyts, Emmanuel André en Geert Meyfroidt, en hun wetenschappelijke- en laboratoriummedewerkers.

Onze redactie wenst je een aangename lectuur. Hou het veilig en gezond  en koester je naasten.

Paul Bessemans, 6 mei 2020

Zoals we nu bezig zijn, valt het niet vol te houden. (UZL)

Zoals we nu bezig zijn, valt het niet vol te houden. (UZL)


Prof. Wim Robberecht, een profiel

Vanop de bovenste verdieping kijkt CEO Wim Robberecht uit over Leuven stad. Sinds oktober 2018 draagt hij als gedelegeerd bestuurder de hoogste verantwoordelijkheid voor de uitdagingen van het UZ.Wim

Het ziekenhuis als janushoofd

Prof. Robberecht noemt de verhouding met de KU Leuven er een van gezonde interactie. Hij vat de situatie van het ziekenhuis samen als een janushoofd: het heeft een zelfstandige werking als ziekenhuis, maar valt wel onder het rechtsorgaan van de KU Leuven. ‘De Raad van Bestuur van de KU Leuven is het hoogste orgaan. Alles wat te maken heeft met het ziekenhuis delegeren zij aan een bestuurscomité.’

De aanwezigheid van de KU Leuven blijkt al uit de aanwezigheid in dat comité. Daarin zetelen onder andere de rector, de vicerector Biomedische Wetenschappen en de algemeen beheerder. De rector is daarbij niet zomaar een lid: ‘Als er bepaalde zaken met hem afgestemd moeten worden, wachten we dan niet tot het comité, maar nemen contact op.’ Voorzitter is Mark Waer, ere-rector en tevens lid van de raad van bestuur van de KU Leuven. Bovendien is twee derde van de artsen van het UZ ingezapt. ‘Op bestuurlijk niveau zijn wij helemaal met elkaar verstrengeld’. En samen besturen is samen kunnen spreken. Het concreet van persoon tot persoon overeenkomen is daarbij cruciaal: ‘De KU Leuven heeft bijna 10.000 mensen in dienst en een omzet van bij de 900 miljoen euro, het ziekenhuis heeft ongeveer evenveel werknemers en heeft een omzet van een miljard. Dat zijn grote entiteiten. De bestuursmensen moeten dan een heel goed team vormen.’

Dat is gelukkig het geval, stelt Robberecht. De relaties met de universiteit lopen volgens hem op rolletjes. Zijn voormalige positie als vicerector Biomedische Wetenschappen van 2012 tot 2017 is daar een schot in de roos gebleken door de interne kennis van de faculteit: ‘Het is voor mij een uitstekende leerschool geweest.’

Zorg van de toekomst

‘Zoals we nu bezig zijn, valt het niet vol te houden. Als je wil dat de volgende generatie ook een goede gezondheidszorg krijgt, dan zullen er dingen moeten veranderen.’ Terwijl het budget constant blijft, neemt de zorgvraag toe: ‘We geven nu 10,7 procent van ons bruto nationaal product uit aan gezondheidszorg. Daar gaat misschien een beetje bijkomen, maar het zal nooit naar de 17 procent gaan waarvan gezondheidseconomen voorspellen dat die nodig zal zijn om te beantwoorden aan de zorgvraag van morgen.’ Enerzijds heb je de vergrijzing, anderzijds wordt geneeskunde zelf duurder door nieuwe technologieën als protonbestraling, robotchirurgie, genetische manipulatie en diagnostische tests.

Dat betekent dat het systeem op een andere manier gefinancierd moet worden. ‘Eén zaak die je daarbij kunt doen is dat je niet per prestatie gefinancierd wordt maar voor een bepaalde opdracht.’ In het UZ is dat het geval: ‘Wij hebben een gesalarieerd systeem: de dokters krijgen een salaris zoals elke universitaire werknemer.’ Robberecht ziet daarin een enorm voordeel. ‘Dokters bij ons moeten niet met hun portemonnee bezig zijn. Ik vind dat een enorm belangrijk element in de gezondheidszorg van de toekomst.’

In die lijn acht Robberecht het noodzakelijk dat de regering taken toewijst door te definiëren wat in een bepaald soort ziekenhuis zou moeten gebeuren. ‘Men moet zich realiseren dat voor de taak die een universitair ziekenhuis te vervullen heeft, daar op een andere manier financiering tegenover moet staan. Nu worden we in een concurrentiemodel gedwongen met de andere ziekenhuizen. Ik moet eerlijk toegeven dat dat voor een groot ziekenhuis zoals het UZ Leuven momenteel geen probleem is, maar eigenlijk is dat niet compatibel met de universitaire functie die wij hebben.’

UZ in de frontlinie

Wat de belangrijke richtingen zijn van onderzoek aan het UZ? Prof. Robberecht: ‘Met enig chauvinisme: wilt ge de lange lijst of de korte?’ Oncologisch, neurowetenschappelijk, metabool-, het inflammatoire en cardiovasculair onderzoek. ‘En ik ben er ongetwijfeld vergeten.’

In de echte frontlijn ziet Robberecht het UZ op drie vlakken. Het protocentrum, het genomisch centrum en digitalisering. ‘Ik denk dat we in Europa aan de top staan van ziekenhuizen die data kunnen genereren om de beslissingen mee te nemen.’ In het ontslagbeleid bijvoorbeeld, de beslissing over wanneer iemand naar huis mag, zijn computers veel beter dan artsen of verpleegkundigen. ‘Een stagiair kent minder dan een beginnende arts. Een beginnende arts kent minder dan een ervaren arts. Maar als je daarbij de gegevens van tien- of zelfs honderdduizenden patiënten kunt bijbrengen, dan ben je pas een stap voorwaarts.’

Ethiek in het ziekenhuis

Dat betekent echter niet dat je in geneeskunde alles moet doen wat je kunt doen: ‘Het is een ethische vraag; ben ik met het juiste bezig, is dat wat de patiënt van mij vraagt en verlangt? Je kunt dat christelijk of humanistisch noemen - ik weet niet of dat de juiste termen zijn - maar het gaat over een diep respect voor en eerlijkheid ten opzichte van de patiënt die met een zorgvraag komt.’

Want de echte kern van het ziekenhuis situeert Robberecht in de patiënt: ‘Zoals in veel ziekenhuizen willen we duidelijk maken dat de patiënt voor ons centraal staat. Wij willen daar een stap verder in gaan door die patiënten ook te betrekken bij ons zorgbeleid.’

‘Patiënten zijn voor ons niet enkel de mensen waar we voor zorgen. Het zijn geen lijdende voorwerpen met lange ij, maar ook leidend met korte ei, in die zin dat we ons beleid echt willen afstemmen op wat zij verwachten. Dat is een kentering met wat er vroeger in geneeskunde gebeurde.’

Zo is zorg, en niet winst, het einddoel van Robberechts bestuurlijke functie: ‘Dit is geen bedrijf, dit is een ziekenhuis.’ Het bedrijfseconomisch aspect is wel de voorwaarde om aan de roeping te kunnen voldoen: ‘Als er geen financiële middelen zijn om investeringen te doen in apparatuur en innovatie dan volbrengen wij onze functie niet meer. Maar een ziekenhuis heeft niet als doel winst te maken.’

De cultuur van patiëntgeoriënteerde waarden is een cultuur die heerst, maar die ook geschapen en in stand gehouden moet worden. ‘Je moet dat blijven ademen. Het UZ heeft dat. Ik werk hier nu 25 jaar en ik geloof dat alle mensen die hier werken - artsen, verpleegkundigen, therapeuten, technici - dat doel voor ogen hebben. Anders blijf je niet.’

Wim Robberecht is nog aangesteld tot 2023. Zijn speerpunten voor de tijd die hem rest? De organisatie van ziekenhuisnetwerken, de zorg voor zorgverleners, digitalisering, klantvriendelijkheid ten opzichte van de patiënt en de verdere uitbouw van het ziekenhuis als universitair ziekenhuis.

(Verkorte overname uit VETO van 6 maart 2019, door auteurs Ana Van Liedekerke en Vincent Nollet. Met dank aan Veto voor het akkoord voor overname.)

De universiteit is geen bedrijf, en zal dat ook nooit zijn. (KU Leuven)

‘De universiteit is geen bedrijf, en zal dat ook nooit zijn’


Prof. Koenraad Debackere, een profiel

Wie is Koenraad Debackere?

  • Debackere is geen alumnus van de KU Leuven. Aan de UGent studeerde hij burgerlijk ingenieur en promoveerde hij tot doctor in de managementwetenschappen.
  • Na een onderzoeksperiode aan de businessschool van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) was hij een aantal jaren actief aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
  • Debackere begon aan de KU Leuven in 1995. Aan de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen doceerde hij het vak Koenraadinnovatiemanagement. In 1999 werd hij aangesteld als verantwoordelijke voor Leuven Research & Development (LRD).
  • In 2005 volgde Debackere Vic Goedseels op als algemeen beheerder van de universiteit. Vanuit zijn kantoor in de Krakenstraat beheert hij de centrale diensten van de KU Leuven, met name het financieel-, administratief-, technisch- en personeelsbeleid, en de ICT.
  • In 2015 kreeg Debackere de adellijke titel van Baron.

De Algemeen Beheerder wordt weleens voorgesteld als één van de machtigste figuren van de universiteit. Anders dan de rector wordt hij niet verkozen, en kan hij dus jaren dezelfde functie behouden. Koenraad Debackere beoefent deze functie al sinds 2005 en combineert het beheer met de verantwoordelijkheid over Leuven Research and Development, een functie die hij al sinds 1999 heeft.

Zelf omschrijft hij zijn rol als het beheer van een aantal facetten van de universiteit. ‘De algemeen beheerder is lid van het GeBu (Gemeenschappelijk Bureau, het hoogste beleidsorgaan aan de KU Leuven red.), dat voorgezeten wordt door de rector. Het Algemeen Beheer heeft vijf directies die aan de Algemeen Beheerder rapporteren: de personeelsdirectie, financiële directie, stafdiensten, centrale ICTS en technische diensten.

GeBu, het beslissend comité

Toch verkondigen verschillende stemmen dat hij de touwtjes in handen heeft aan de KU Leuven, en als een van de weinigen volledig zicht heeft op de begroting. ‘Wie de centen heeft, bepaalt het beleid’,getuigde een anonieme oudgediende van het rectoraat in 2014 in Veto. Debackere nuanceert: ‘Als Algemeen Beheerder heb je een overzicht over het geheel van de begroting. Anderzijds is er een auditcomité van de universiteit, waar ook de rector en leden van de Raad van Bestuur en externen in zitten, alsook een interne auditdienst. Uiteindelijk is de universiteit onderhevig aan heel wat controles: door het rekenhof, door de regeringscommissaris, door de Vlaamse overheid, onze eigen revisor. Ook zijn er voor een aantal facetten heel wat Europese controles.’

Debackere ziet zichzelf echter zowel als beslisser en als uitvoerder van het beleid. ‘Omdat ik mee in het GeBu zetel, ben ik vanuit die positie medebeslisser rond beleid. Gelet op het operationeel beleid hebben de diensten van het Algemeen Beheer ook een uitvoerende functie. Het beslissen gebeurt natuurlijk ook met enige voorbereiding, waarbij kennis nodig is, niet alleen technische kennis, maar ook bijvoorbeeld van subsidieregelingen. In die zin is het Algemeen Beheer betrokken in een drietrapsproces: ontwikkelen van het beleid, beslissen en uitvoeren’.

Debackere benadrukt dat het GeBu uiteindelijk beslist, en dat hij verantwoordelijk is voor het aangeven van de contouren, alsook voor het in kaart brengen van mogelijke bewegingsruimte.

Oog op de toekomst

Bij een positie waarbij je zo lang meedraait in het beleid van een universiteit, kan het ook haast niet anders dan dat je bepaalde thema’s belangrijk vindt, en een visie ontwikkelt op wat de universiteit moet zijn en kunnen. Wanneer Debackere gevraagd wordt naar wat de KU Leuven volgens hem onderscheidt, haalt hij trots het ondernemerschap aan. ‘We zijn als universiteit heel succesvol in het valoriseren van onze onderzoeksresultaten, maar ook met onze spin-off-portefeuille. Op de Reuters ranking kwamen wij naar voren als meest innovatieve universiteit van Europa.’

Ondernemerschap is echter maar een facet van wat een universiteit moet zijn, vindt Debackere: ‘De universiteit is geen bedrijf, en zal dat ook nooit zijn. Ten eerste is er het vrije onderzoek. Niemand dicteert top-down wat er onderzocht moet worden. Het zijn de onderzoekers en de onderzoekswereld die de agenda's zetten. En daarbij zijn ze nooit blind voor de grote uitdagingen waarmee we als mensen en maatschappij geconfronteerd worden.'

'Wat de universiteit wel steeds vraagt en eist, is dat dit kwaliteitsvol gebeurt, en integer. En dat het zich kan meten met de beste in de wereld.’ Niet direct de minste eis. Debackere grijpt hier terug op het valoriseren van het onderzoek, waar Leuven Research and Development natuurlijk een belangrijke rol in speelt.

Naast het vrije onderzoek vindt Debackere het ook heel belangrijk dat de KU Leuven een doorstroomplaats is van talent. ‘Dat kan niemand de universiteit nadoen, en zorgt voor een enorme broedplaats voor kwaliteit. De combinatie van die elementen zorgt ervoor dat er vernieuwend en belangrijk onderzoek kan gebeuren.’ Debackere geeft het klimaatonderzoek als voorbeeld.

Als beheerder is hij actieve klimaatmaatregelen goedgezind. ‘De KU Leuven is een van de oprichters geweest van Leuven klimaatneutraal, vanuit alle oogpunten een belangrijk aandachtspunt.’ Debackere ziet de universiteit hierin ook als rolmodel voor de maatschappij, omdat er én gewezen wordt op het voeren van een beleid naar de klimaatdimensie, én op het onderzoeks- en innovatiepotentieel om nieuwe technologie te ontwikkelen om dat mogelijk te maken. ‘Het én én-verhaal krijgt hier echt vorm.’

Banden met het beleid

Er zijn enkele grote dossiers waarin de KU Leuven een grote rol heeft gespeeld, zoals de recente ontwikkeling van de educatieve masters. ‘De KU Leuven heeft daarmee de fakkel gedragen, wel samen met de andere universiteiten. De hogescholen en de universiteiten hebben daar vanuit hun missie een serieuze opdracht.

(Verkorte overname uit VETO van 25 maart 2019, door auteurs Vincent Nollet. Daphne de Roo en Sjaak Tromp Meesters. Met dank aan Veto voor het akkoord voor overname.)

Stappers

Stappers


Als geboren en getogen Hagelanders waren wij al vroeg gebeten door deze heuvelstreek. Het stappen, opgedaan bij de jeugdbeweging, zat toen al in ons bloed en liep als een rode draad door ons hele leven, onder meer met de vele vakanties in het Alpengebied. De kans werd ons aangeboden via de Senioren KU Leuven om de begeleiding van de stappersgroep op te nemen, voor ons een mooie verrijking en het houdt ons jong van hart. Wij beleven dit nu al vijf jaar. We namen dit over van de vorige verantwoordelijken Rik en Magda, na hun tien dienstjaren als begeleiders. Deze sportactiviteitengroep heeft dus al 15 jaar op zijn teller staan. Arthur Agnes

Het hele jaar door zijn wij in groep op pad door de wijde streek rond Leuven. 'Bewegen is gezond' zegt men,met het idee 'samen uit en samen thuis' stappen wij een twaalftal kilometer, iedere tweede donderdagnamiddag van de maand. Winter en zomer komen wij, onder alle weersomstandigheden, met meestal een veertigtal liefhebbers, samen om 14 uur. Door de jaren heen hebben wij een hechte vriendengroep gecreëerd. Rond 18 uur wordt deze samenkomst met een drankje afgesloten.

Is er een verschil tussen wandelen en stappen? Volgens ons is de intentie die je hebt het belangrijkste en is elke inspanning voor iedereen verschillend. Het gezond bezig zijn is een mooi gegeven, volgens ieders mogelijkheden en omstandigheden. De ervaring leert ons dat het groepsgebeuren hierin een stimulerende factor is.

Het verheugt ons om steeds nieuwe gezichten te zien en ze op te nemen in de groep, zo blijft deze bestaan.  De wandelideeën worden jaarlijks besproken en gebundeld in een jaarprogramma tijdens een vergadering in oktober; ze komen meestal van deelnemers die een tocht willen begeleiden als gids. Wij zorgen voor de coördinatie en de omkadering ervan. Iedereen is vrij om deel te nemen, is steeds van harte welkom.Informatie kan men vinden in het clubblad en op de website van de senioren KU Leuven. Je moet je niet vooraf aanmelden of inschrijven.

Niets is schoner dan je eigen achtertuin. Al stappend ervaar je dit het best; de seizoenverandering is een ontdekking en de wisselende omgeving een belevenis. Als streekkenners zijn wij nooit uitgekeken en komen we steeds nieuwe plaatsen tegen die wij graag willen delen met zoveel mogelijk mensen, liefst in aangename omstandigheden, ook al is een korte inspanning soms vereist.

Onze aanspreekgegevens zijn:
Agnes Van Beveren ([email protected])
Arthur De Rijck ([email protected]).
Tel.: 016 44 37 59

Tot een volgende wandelgelegenheid om mekaar te ontmoeten.
Het ga je goed.

KWETSBAAR

Wat nu weer, bromde de beer
Ik blijf in mijn kot, besloot de marmot
Ik voel me alleen thuis, piepte de muis
Ik mis een knuffel, opperde de buffel
Ik ben niet bang, siste de slang
Het is wat het is, besloot de vis
Diep in zee is geen virus, zei de octopus
Maar de haas, die guit, ging doodgewoon uit
Want ver van elkaar, zijn we kwetsbaar.

Annie, maart 2020
(naar het gedicht ‘Foei,wat een weer, bromde de beer’)

Spiritualiteit juni 2020

Spiritualiteit juni 2020


Hoe gaat het met je?
Dat was de zin die bij elk (digitaal) contact aan de orde was.Digitaal (via mail of gsm) maar zonder dat hartelijk warme contact face to face, van aangezicht tot aangezicht. Met een warme handdruk, met van die tinkelingen in de ogen wanneer je de vreugde ziet bij elkaar, omdat we mekaar nog eens mogen ontmoeten. Want daar gaat het telkens toch weer om. Ik denk dat het dit is wat wij nu zo erg missen. Mekaar zien en voelen. En ondertussen valt alles rondom ons stil, zijn de straten bijna doods en verlaten. Het tegendeel van anders. Een vreemde sfeer.

‘Blijf in uw kot’. Ik meen het !!!! (Maggie Deblock). Maar wees nu eens eerlijk: wie doet dat graag? Ja, voor even… maar de hele dag en alle dagen. Ik zit nu werkelijk thuis op-gehokt  ‘met het beest’, maar ik weet nog niet welk beest (ben niet getest). Als de toestand verslechtert, moet ik opnieuw contact nemen met de dokter. Hopelijk is het niet erg. We zien wel! Maar opgesloten zitten is een rare ervaring. Normaal ben ik graag op mijn kamer, het is mijn plek, ik heb alles wat ik nodig heb en ik vertoef er graag. Ik ben er alleen (graag zelfs) maar niet eenzaam. Maar nu zit ik hier al meer dan een week, en dan begint dat heel raar te doen. Het lijkt wel een gevangenis, want ik mag er niet uit. 'Nog een week' zei de dokter daarnet. Ik schrijf dit niet om mezelf interessant te maken, het wil helemaal niet over mij gaan. Maar hoeveel mensen onder ons maken dit nu mee, en vééél erger?

Hoeveel mensen in hun huizen, ziekenhuizen en bejaardenhuizen. Ik denk aan diegene die iemand nabij zou willen zijn, maar dat nu niet kan of mag. Heel veel verdriet en onmacht. En voor de patiënt…. Een gevoel van totale verlatenheid.

Maar juist in deze tijd van contactverbod ontstaan nieuwe kansen. De afwezigheid van alles wat normaal is doet ons zoeken naar nieuwe mogelijkheden van ontmoeting. Ja want we hebben mekaar nodig. Alles is afgeschaft of uitgesteld maar we verlangen en dromen toch al opnieuw over wat kan of hopelijk zal kunnen.
Hopen en dromen mag, moet zelfs, om te blijven geloven dat het toch goed komt.

En als ik daar liefde bij zet, dan kom ik uit bij de drie kardinale deugden uit de Mechelse Catechismus. GELOOF, HOOP EN LIEFDE. Ik weet het, dat klinkt verschrikkelijk ouderwets. Maar het is de dag van vandaag zo ongelooflijk actueel.

Laten we in deze donkere corona-tijden blijven geloven dat het goed komt, blijven geloven in elkaar. Laten we hopen dat deze eigenaardige toestand niet al te lang meer moet duren. En laten we vooral in deze tijd mekaar goed vasthouden, bijhouden, ondersteunen, bemoedigen, ja…beminnen.
Ik kijk echt uit naar het moment dat ik jullie elk apart en samen terug–zie. En misschien, even iets later, ook eens goed mag vastpakken, om je te laten voelen dat ik blij ben van opnieuw samen te mogen komen. Mekaar te zien ‘van aangezicht tot aangezicht’ met lichtjes in je ogen.

En als afsluitertje een tekstje van mijn jaargenoot en collega Marinus van de Berg, om dat geloof en die hoop en die liefde wat te poëtiseren.

Wie wandelt, wandelt nooit alleen, altijd zijn er wel vogels,
altijd de wind of de waterstromen,
de bronnetjes soms of passanten.
Altijd zijn er de bomen en de wolken die je groeten
of de strakke blauwe hemel.
En de zijwegen en kruispunten die vragen om een keuze.
Altijd zijn er je gedachten die meetrekken als engelen
of als duivels, die je plagen.
Alleen wandelen bestaat niet.
Wandelen brengt je ook altijd weer
op je innerlijke weg en brengt je thuis.

Willy Staessens, 30 maart 2020

 

Voorwoord juni 2020

Voorwoord juni 2020


Beste vrienden senioren,

Een tweemaandelijks clubblad is per definitie ongeschikt om de actualiteit te volgen. Dat hebben we vorige keer ondervonden: clubblad vol activiteiten naar de drukker en een week later waren we in lockdown. Als je dit leest zijn we eind mei, hopelijk zien we al wat licht in de tunnel, een maand nadat ik dit neerpende.

Dagelijks worden we overspoeld met coronanieuws, regelmatig wordt daarbij terecht de kwetsbaarheid van ouderen aangehaald. Het is niet abnormaal dat sommigen onder ons ongerust of zelfs verdrietig zijn, maar ook dankbaar voor de vele hulpverleners die in moeilijke omstandigheden zich ongelofelijk gemotiveerd blijven inzetten. Voor sommigen onder jullie zal de eenzaamheid zwaar doorwegen.  Wij hopen voor jezelf en voor jullie geliefden dat je deze ongeziene wereldwijde crisis goed doorkomt.

Als senioren moeten we extra voorzichtig zijn. De clubactiviteiten zijn dan ook voor vele maanden geannuleerd. We hebben geprobeerd jullie  op de hoogte te houden via onze website en nieuwsbrieven, we stuurden ook mails naar de clubleden die zich inschreven voor een activiteit. Terugbetalingen zijn massaal uitgevoerd, er zijn nog enkele in de wachtlijn: de laatste twee voorstellingen van 30CC en Expo Van Eyck. Voor de sportactiviteiten wachten de verantwoordelijke vrijwilligers op beslissingen van de overheid. Mogelijk worden sporten in open lucht onder strikte voorwaarden eerder toegelaten.

De week aan zee in juli is geannuleerd, evenals het bezoek aan het Rijksmuseum Amsterdam in oktober. Daar moesten we maanden vooraf de kaarten al aanschaffen. De reis naar Baskenland is verschoven naar september 2021 en het tuinfeest in september is geschrapt. Voor het kerstfeest kunnen we gelukkig nog wachten tot november om een beslissing te nemen. We lezen wel berichten dat samenzijn met grote groepen senioren nog lange tijd zal afgeraden of verboden worden.

Dit clubblad is zuiver informatief, er zijn namelijk geen activiteiten aan te kondigen. Een gelegenheid om onze vrijwilligers eens in de kijker te zetten. Tenslotte gaan we pas begin september en daarna in december een nieuw clubblad publiceren. Hopelijk kunnen we daarna de normale werking van onze seniorenclub hernemen.

Met dank aan alle vrijwilligers die zich deze keer voor niets uitgesloofd hebben. Op naar betere tijden. Namens het clubbestuur en de vrijwilligers wens ik jullie het allerbeste toe.

Jef Wouters

Steun het corona onderzoek

KU Leuven- en UZ Leuven -onderzoekers strijden tegen het coronavirus


Het is een race tegen de tijd voor de teams van professor Marc Van Ranst en professor Johan Neyts. Toch zijn ze dan op hun best.
Net zoals de andere onderzoekers van KU Leuven en UZ Leuven. Samen gaan ze tot het uiterste in hun zoektocht naar een vaccin en antivirale middelen tegen het coronavirus, en proberen ze de pandemie zo goed mogelijk te begrijpen en advies te geven om de juiste maatregelen te nemen.

Professor Marc Van Ranst is diensthoofd van het Laboratorium Klinische en Epidemiologische Virologie (Rega Instituut). In de media eMarcn via alle andere mogelijke kanalen informeert hij over SARS-CoV-2, het virus dat de hele wereld in zijn greep heeft. Hij maakt deel uit van de Risk Assessment Group (RAG), die de risico’s voor de volksgezondheid analyseert. Ook is hij lid van het Wetenschappelijk comité Coronavirus, dat de autoriteiten adviseert over de bestrijding van het virus en prognoses maakt over de evolutie en de verspreiding ervan in België.

Het Rega Instituut herbergt ook het Laboratorium Virologie en Chemotherapie, geleid door professor Johan Neyts. Daar wordt koortsachtig gezocht naar nog andere antivirale middelen die patiënten met COVID-19 kunnen helpen om de ziekte te overwinnen.

Professor Anne-Mieke Vandamme verzamelde een team rond zich dat zich buigt over de impact van maatregelen op de maatschappij. Als lid van dit team neemt professor Van Ranst de nieuwe inzichten mee naar de werkgroepen waarin hij zetelt. Uiteindelijk is het de bedoeling zoveel mogelijk te leren van de huidige pandemie om in de toekomst beter voorbereid te zijn.

OPROEP AAN AL ONZE LEDEN: STEUN DIT PROJECT VAN ONZE UNIUVERSITEIT

Lees meer en steun dit project via deze website: 
www.kuleuven.be/onderzoeksverhalen/ku-leuven-onderzoekers-strijden-tegen-het-coronavirus