Overslaan en naar de inhoud gaan
pagina voor iedereen zichtbaar, ook zonder login

Amerikaans College

Amerikaans College


Midden 19de eeuw kampte Noord-Amerika met een schrijnend tekort aan priesters voor de pastorale opvang van de uit Europa massaal ingeweken katholieken en voor de missionering van de autochtone bevolking in de dun bevolkte gebieden. Voor de Amerikaanse bisschoppen lag het voor de hand priesters te rekruteren in de landen van West-Europa waar op dat ogenblik het ‘katholieke reveil’ hoogtij vierde. België, dat bekend stond om zijn missietraditie en te Leuven een gerenommeerde, aloude katholieke universiteit bezat, leek het meest aangewezen.AC

Op initiatief van de bisschop van Louisville werd, in samenspraak met het aartsbisdom Mechelen en met de zegen van paus Pius IX, in 1857 te Leuven een college gesticht om jonge priesters - aanvankelijk uit België, Nederland en Duitsland - op te leiden voor missioneringswerk in Noord-Amerika en om daarnaast ook aan getalenteerde Amerikaanse seminaristen de mogelijkheid te bieden een hogere theologische opleiding te volgen. Gepatroneerd door de Amerikaanse bisschoppen en onder toezicht van het aartsbisdom Mechelen werd de Belgische priester Peter Kindekens, vicaris-generaal van het bisdom Detroit, aangesteld als eerste rector.

Het college werd officieel geopend als ‘Amerikaans College van de Onbevlekte Ontvangenis’. Hiertoe werd aan de Naamsestraat, op de hoek met de Karmelietenberg, een gedeelte van het voormalige Aulnecollege aangekocht.

In oorsprong was dit het refugiehuis van de cisterciënzerabdij van Aulne (Henegouwen), dat op deze locatie reeds werd vermeld in de 15de eeuw. In 1627 werd dit refugium te Leuven omgevormd tot college voor universiteitsstudenten van de kloostergemeenschap.

In 1905 onderging de hoek Naamsestraat-Karmelietenberg een zichtbepalende verbouwing. De oude vleugel van het vroegere Aulnecollege, waarin het Amerikaans College in 1857 was opgestart, werd gesloopt en ter plaatse werd een imposante L-vormige uitbreiding gebouwd, die onderdak moest bieden aan een 120-tal seminaristen en waarin een lesauditorium en bibliotheek waren voorzien. Aan de Karmelietenberg diende hiervoor echter de Helleputtevleugel met drie traveeën te worden ingekort. Opgetrokken in een eclectisch getinte neogotische stijl, ging het nieuwe gebouw nu samen met de neogotische kapel een binnenplein omsluiten.

ACBij de viering van zijn vijftigste verjaardag in 1907 was het Amerikaans College dus uitgegroeid tot een indrukwekkend gebouwencomplex en gold het als een internationaal gerenommeerd missie- en seminariecollege dat sinds zijn oprichting 16 bisschoppen en aartsbisschoppen en 658 priesters had gevormd ten behoeve van de Verenigde Staten.

Bij momenten verbleven er 120 studenten, en in de jaren zestig van de twintigste eeuw moest dan ook bijgebouwd worden. Nadien trad het verval evenwel in en zakte het studentenaantal tot niet meer dan een twintigtal personen. Het college nam nieuwe taken op zich zoals het aanbieden van sabbaticals aan Amerikaanse geestelijken. In 2010 besloten de Amerikaanse bisschoppen het college uit besparingsoverwegingen de exploitatie te stoppen. Sinds 15 september 2014 is het een niet-gesubsidieerde studentenresidentie voor studenten van de KU Leuven.

(Verkorte tekst op basis van de website van Onroerend Erfgoed, een agentschap van de Vlaamse Overheid dat onroerend erfgoed in Vlaanderen inventariseert, onderzoekt, beschermt, beheert en de ontsluiting ervan stimuleert.
Agentschap Onroerend Erfgoed2017: Aulnecollege [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/42154 (geraadpleegd op 27 juli 2018).

Foto's: Thomas en Hans, ©Vlaamse Gemeenschap

Privacyverklaring

Senioren KU Leuven
Privacyverklaring


De vereniging draagt de naam 'Seniorenvereniging van de Katholieke Universiteit Leuven', afgekort: 'Senioren KU Leuven'. Het is een door de Katholieke Universiteit Leuven, de Universitaire Ziekenhuizen Leuven, de Alma vzw en het Universitair Psychiatrisch Centrum KU Leuven gesubsidieerde feitelijke vereniging. Het lidmaatschap van de vereniging is gratis.

Informatie
Toegang

Privacyverklaring

Senioren KU Leuven
Uittreksel privacyverklaring


De vereniging heeft tot doel de contacten en de onderlinge vriendschap tussen de leden te bevorderen. Middelen daartoe zijn ondermeer het inrichten van gezellige bijeenkomsten, feestelijkheden, cultuur, uitstappen, vakanties, sportactiviteiten, opleidingen en andere naar de doelgroep gerichte activiteiten.

De vereniging Senioren KU Leuven houdt zich aan de regels de het AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming).

De verzamelde gegevens over de clubleden hebben tot doel de activiteiten van de vereniging kenbaar te maken en de organisatie ervan te ondersteunen. Dit gebeurt door middel van een tweemaandelijks clubblad, een website, een nieuwsbrief en een ledenadministratie.

Maandelijks bekomen we van de personeelsdiensten van de subsidiërende instellingen (KU Leuven, UZ Leuven, Alma, UPC) namen en adressen van nieuwe (brug)gepensioneerde werknemers. Deze adressen worden onder de noemer van de betrokken instelling in het ledenbestand geregistreerd. De nieuwe leden ontvangen een eerste kennismakingsbrief waarbij ze uitgenodigd worden enkele extra gegevens te verstrekken: telefoon of gsm-nummer, mailadres, naam partner en of die ook (ex-)werknemer is(was) van de subsidiërende instellingen.

De clubleden hebben steeds het recht op te vragen welke gegevens over hen bewaard worden en deze informatie indien gewenst te laten verbeteren. Ieder lid kan om het even wanneer uittreden uit de vereniging.

Van vrijwel elke activiteit wordt een fotoreportage gemaakt. Deze foto’s worden op de website gepubliceerd. Door deel te nemen aan een clubactiviteit geeft een clublid de stilzwijgende toestemming dat de genomen foto's op de website mogen gepubliceerd worden.

De volledige tekst van de privacyverklaring evenals het dataregister kan je vinden op onze website www.seniorenkuleuven.be of kan bekomen worden op het secretariaat van de vereniging.

Het clubbestuur

Noodnummers

Noodnummers


OM TE BEWAREN: Welk nummer moet je draaien in geval van nood?

Je huis staat in brand of je partner krijgt een beroerte. Welk noodnummer moet je bellen: 100, 101, 112?

Als iemand dringende (medische) hulp nodig heeft of wanneer er een noodsituatie is, kan je zowel naar het nummer 100 als 112 bellen. Via dat nummer kom je terecht in de centrale waar alle oproepen voor brandweer, MUG (Medisch Urgentieteam), ambulance gecentraliseerd worden. 100 is het Belgische nummer, 112 het Europese. Overal in Europa kan je op 112 terecht.

Voor een dringende tussenkomst van de politie bel je in België nog altijd best naar 101. De dispatching van de politie is immers nog niet overal gefusioneerd met de noodcentrale 100/112. 

Heb je informatie over een vermiste persoon of een misdrijf waarvoor een opsporingsbericht is verschenen, dan bel je best naar 0800 30 300. Voor vermiste minderjarigen kan je terecht op het nummer van Child Focus: 116 000.

Enkele andere belangrijke hulp- of infolijnen
Antigifcentrum: 070/245 245
Brandwondencentrum: 02/268 62 00
Rode Kruis: 105
Tele-onthaal: 106 om te praten met iemand wanneer je levensmoeilijkheden hebt
Zelfmoordlijn: 1813
De druglijn: 078/15 10 20
Anonieme Alcoholisten: 03/ 239 14 15
Vertrouwenscentrum kindermishandeling: 0800/97079
Meldpunt geweld: 1712
Meldpunt bejaardenmishandeling: 078/15 15 70
Civiele bescherming: 050/81 58 41
Mutas (vroegere Eurocross): 02/272 09 00 voor hulp bij ongeluk/ziekte… in het buitenland
Docstop, bij diefstal identiteitskaart of paspoort: 00800 21 23 21 23

Bron: www.secunews.be, www.noodnummer.be

Paul Bessemans, 24 februari 2018

Kom hier, dat ik je kan oprapen

Spiritualiteit februari 2018


Kom hier, dat ik je kan oprapen!

Toen ik een peuter van een jaar of drie was, gebeurde het wel eens dat ik bij een te haastige stap of een ongelukkige poging om mijn pas te versnellen, pardoes door de knieën ging. Niet omdat ik iets gebroken had of erge pijn leed, kon ik niet zelf weer op de been. Maar gewoon van de schrik geraakte ik niet op.

Misschien was het zelfs dat niet. Ik speelde veeleer de hulpeloze sukkel, zoals het een peuter past. Een peuter met een zere knie wil immers getroost worden. Daarom wilde ik niet opstaan. Om opgeraapt te kunnen worden. Door mijn moeder. Wie anders? Mijn moeder had natuurlijk mijn theaterstukje door. Ze had er dan ook het volgende op gevonden.

Ze kwam één stapje dichterbij en bleef dan stilstaan op enkele meter van me. Dan zei ze, ernstig kijkend maar met een glimlach om de mond: “Kom hier, jongen, dat ik je opraap!” Terstond krabbelde ik recht en ging voor haar voeten weer op de grond liggen. De woorden “dat ik je opraap” waren de reden dat ik het “kom hier” kon uitvoeren. Ze haalden me bovenal uit mijn neiging om wat was gebeurd belangrijker te vinden dan wat komen zou.

Het belangrijkste van die vaak herhaalde scène was dat ik telkenmale zelf op zou staan, al legde ik me daarna weer neer. Voor de voeten van mijn moeder althans. Ik was immers opgestaan omdat zij het had gezegd, zij die me liefhad en altijd troosten zou. Als ik daar behoefte aan had of zin in had. En dat had ik.

De uitnodiging van mijn moeder om op te staan gaf me kracht. Maar precies omdat erop volgde: “Dat ik je opraap.” Zelf opstaan om opgeraapt te worden. Dat is de dynamiek van het christelijke geloof: God is troost, maar wij zijn verantwoordelijk voor ons leven. We hebben een God die ons wil oprapen uit onze ellende of uit onze behoefte aan troost, maar geen God die onze verantwoordelijkheid voor ons leven overneemt.

De hele evangelische boodschap zit trouwens gevat tussen oproepen tot ‘opstaan’. “Sta op en vlucht met het kind”, zo klinken de woorden van Godswege tot Jozef op het einde van het kerstverhaal. Eigenlijk begint het verhaal hier pas echt: met niet bij de pakken neer te zitten. Christus’ boodschap van verlossing eindigt en wordt volbracht met zijn opstanding uit het graf. Met Pasen. Daarna pas volgt ons verhaal, dat van de Kerk. Met Pinksteren.

Tussen het opstaan vóór de vlucht en de opstanding na de dood zien we in de evangeliën Jezus vaker mensen oproepen om op te staan. Zes keer lezen we het woord van Jezus: “Sta op!” Het helende, genezende woord dat iemand weer kracht geeft, zodat hij op kan staan. Het is het woord dat de Heer ook tot ons richt. Zijn troost begint met een oproep om zelf op te staan en om ons te begeven in zijn richting.

„Sta op, dat ik je kan oprapen”, zijn heilbrengende woorden. Woorden van verzoening en woorden van hoop. Woorden geboren uit barmhartigheid zijn woorden die sterken. Het zijn geen woorden die je tot jezelf kunt richten. Het zijn woorden die je worden toegesproken. Als een zachte hand die je ophelpt. Kom hier, dat ik je kan oprapen!


Mark Van de Voorde

Aquagym en hoe alles begon

Aquagym 2018 en hoe alles begon


Om 50 jaar AZ Leuven uitgebreid te vieren werden in 1979 diverse feestevenementen op touw gezet waaronder de eerste AZ-Sport-& Speldag op 8 en vooral zondag 9 september. Het was stralend weer en ook het feit dat de mensen zelf konden meedoen maakte van dit ‘participatieve’ project een schot in de roos. De organisatie lag in handen van de enthousiaste ontwerpers Roland Vermeylen en Luk Lissens, een schare vrijwilligers en met steun en hulp van de evenementencommissie, waarin alle diensten vertegenwoordigd waren, die mee aan de kar trokken.  In 1982, bij de vierde AZ-Sport- en Speldag werd het initiatief bekroond als Sportief Bedrijf door de toenmalige Vlaams Minister van Cultuur.

Toen de naam AZ Leuven vervangen werd door UZ Leuven had in 1983 de eerste UZ-Sport-& speldag  als hoofdthema de Bontebeeldendag. Pas vanaf 1986 koos men elk jaar een ander thema. Voor de Sport-& Speldagen werden verscheidene grote tenten opgezet op de terreinen van het Instituut voor Lichamelijke Opleiding.  Het succes  was zo groot, dat die dag zelfs uitgroeide tot een Leuvense hoogdag, 'een dagje uit',  hoofdzakelijk  voor eigen personeelsleden en hun familie, maar ook voor een massa Leuvenaars. Iedereen van binnen en buiten de universiteit kon deelnemen tegen een heel democratische prijs. Dit succesverhaal eindigde helaas na de dertigste editie van 14 september 2008. Voor Roland Vermeylen, de passionele bezieler en ondertussen al met pensioen, was 30 jaar een rond getal, mooi om af te sluiten, maar vooral om heel fier op te zijn!

Terug naar de jaren ’80. Jeanne Kestens, echtgenote van René Vanwest, stelde zich van bij de start op als verantwoordelijke voor de contacten met de gepensioneerden van de ziekenhuizen en zorgde ervoor dat ook zij hun steentje bijdroegen tot het succes.  En zo sloot onze aquagymster, Mia Geerdens  zich in 1986 bij die groep gepensioneerden aan en hielp gedurende 13 jaar op die dag pannenkoeken bakken. Zij had trouwens, volgens ingewijden, het beste recept! Haar man was namelijk pasteibakker! En onze aquagymster Anna Favier zat bij alle edities aan de kassa. Voor hun inzet ontving Jeanne een vergoeding  –  de helft van de netto-winst  van hun eigen stand  – om te verdelen  of om te spenderen ten voordele van de werkers die daardoor aan geen enkele sport hadden kunnen deelnemen. In 1988 besliste Jeanne om daarmee een AQzwemles in het Celestijntje in Heverlee cadeau te doen. Van de hele groep konden enkel Jeanne en haar man René zwemmen. De meesten hadden zelfs geen zwemoutfit, maar voor die leuke gelegenheid besloten ze een splinternieuw badpak te kopen. Uiteraard kon niemand na die ene zwembeurt al zwemmen. Na een paar maanden vroegen ze zich af wat ze nu met dat nieuwe badpak moesten aanvangen en legden dat probleem voor aan Jeanne. Zij vond dat het groepje van zo’n 20 deelnemers – bestaande  uit zowel gepensioneerden als nog actieve medewerkers van Gasthuisberg – toch verder moest leren zwemmen. Ondertussen had René Vanwest, een fervente beoefenaar van badminton en die ook tot de groep zwemliefhebbers behoorde, al nauwe contacten met heel wat mensen van het ‘sportkot’. Na overleg mochten ze wekelijks en gratis oefenen in het klein zwembad in de kelder van het Instituut voor Lichamelijke Opleiding. Daar werd het zwemmen aangeleerd door licentiaten onder het alziend oog van een professor.

Een jaar later, in maart 1990, werd het grote, huidige zwembad plechtig geopend. Burgemeester Vansina, professoren en eregasten woonden de opening bij van op het balkon. De zwemmers van het kleine zwembad mochten met enkele oefeningen de opening opluisteren, want een lengte zwemmen zat er voor sommigen nog niet in. De licentiate die instond voor die wekelijkse zwembeurt, trouwde nog in hetzelfde jaar en verliet het Instituut.

 René Vanwest, werkzaam bij de spoorwegen, maar eigenlijk van opleiding kinesist,  voelde zich geroepen om die taak op zich te nemen en kwam op het lumineuze idee om de zwemlessen te vervangen door turnoefeningen in het water. Gaandeweg wilde hij een vast uur krijgen in de uurregeling van het zwembad, een uur aquagym uitsluitend voor senioren en aan studententarief. Hij ging daarvoor onderhandelen bij de toenmalige rector Dillemans. Dat lukte en René startte.  Hij gaf in 1990 niet alleen de naam aquagym aan zijn lessen, maar heeft ook het hele initiatief vorm gegeven. René beschouwde dit als een aan hem toegekende persoonlijke opdracht en hield zich gedurende heel zijn actieve periode aan dit standpunt. Het verdient ongetwijfeld een grote pluim omdat hij de aquagym jaar na jaar totaal belangloos verzorgd heeft, zeer stipt en met vaste hand.

In maart 2000 werd Philippe Maertens voorzitter van een op dat ogenblik 'indommelende' seniorenclub van de gepensioneerde UZ’ters, oudgedienden van KULeuven en ALMA-restaurants. Hij en zijn team brachten de club op korte tijd weer tot echte bloei. De ene activiteit na de andere werd gestart en aangemoedigd. Zo kwamen achtereenvolgens de fietsclub (2002), het zangkoor (2002), de wandelaars  (2003), de petanquers ( 2005), de stappers  (2005) en nog later de noordse wandelaars aan hun trekken. Vanaf 2004 kregen de senioren een volwaardige vertegenwoordiging in de evenementencommissie van UZ en ze kregen op de sport- en speldag een eigen stand op de feestsite.

Bij de seniorenclub kon en kan de verantwoordelijke van elke activiteit nog steeds beschikken over een jaarlijks aangepast budget voor de dagdagelijkse organisatie en, waarom ook niet, voor eenmaal per maand een drankje na de geleverde inspanning. Dit bevordert het sociaal contact en het groepsgevoel. Maar René, die zich altijd als 'onafhankelijk' opstelde, zat stilaan ook met heel wat 'volgelingen' die niet tot de seniorenclub van de KU Leuven behoorden.  Hij weigerde dan ook de namenlijst van de deelnemers aan de club door te geven en kreeg uiteraard dat maandelijks privilegie niet, logisch. Wel werd beslist dit initiatief ten volle te steunen door enerzijds de contacten met het ILO te onderhouden en te verbeteren en anderzijds via het clubblad de activiteiten ervan aan te kondigen en aan te bevelen. In de loop van de jaren  bleef de groep van gepensioneerde ATP’ers in de aquagym aangroeien en derhalve vond René dat hij ook recht had op die maandelijkse traktatie. En weer ging René onderhandelen en vanaf 2011 werd aan zijn wens voldaan.

Eens 90 jaar begon René te twijfelen: ik stop ermee, ik stop niet, ik stop ermee, ik stop niet ... Op zijn 91ste werd de knoop doorgehakt en in september 2014 heb ik de fakkel overgenomen.

Dankzij Guido Vangramberen konden we voortaan een beroep doen op studenten om de lessen te geven. De eerste studente die de lessen voor onze senioren overnam en uiteraard op dat vlak zonder ervaring was, deed haar best, maar het niveau was laag. Ondertussen werkte ik hard aan een degelijke turnles. Vanaf Kerstmis, bij de wissel van student, heb ik hem mijn les aangeleerd en die heeft dat dan ook tot aan de examenperiode goed gedaan. Op een dag was Tessa Van Gemert redder. Ze vond die lessen zo fijn dat ze uit eigen beweging voorstelde om ze zelf te mogen geven. Momenteel geeft ze de lessen al  voor het derde jaar op rij, met laaiend enthousiasme. We vullen mekaar heel goed aan en de groep draagt haar op handen.

Elke woensdagnamiddag van 14 tot 15 uur oefenen we duchtig aan de soepelheid van onze spieren en smeren onze gewrichten. Kom gerust een kijkje nemen of beter nog: Oefen mee!

Waartoe een UZ-Sport-& Speldag leiden kan …

Met dank aan Philippe Maertens, Roland Vermeylen en de vele informanten.

Chris Corneillie, 22 februari 2018

Wegen naar vrede

Spiritualiteit februari 2018


Wegen naar vrede

De inwoners van Gubbio, een dorpje in Italië, waren trotse, om niet te zeggen hovaardige mensen. Hun dorp was kraaknet: de straten waren geveegd, de muren helder witgekalkt, de felrode dakpannen afgewassen, de ouderen gelukkig, de kinderen braaf, hun ouders harde werkers. Gubbio lag tegen de bergflank aan en de dorpelingen keken minachtend neer op de dorpjes in de vlakte. Ze vonden 'de mensen van beneden' vuil en slordig en hadden liever geen omgang met hen.

Op een nacht sloop een schaduw Gubbio binnen en verslond twee dorpsbewoners. Ontsteltenis overviel de bevolking. Twee koene kerels boden zich aan om het monster te gaan doden. Gewapend met hun zwaard wachtten ze het vastberaden op. De volgende ochtend vond men hun verscheurde lichamen.

Algemene paniek. Het moest gaan om een wolf die 's nachts in de straten van het dorp rondzwierf. De dorpsraad besloot een beroep te doen op een heilige waarvan de mare ging dat hij met dieren kon praten. Zo zouden ze het monster wel kwijtraken. Die heilige was niemand minder dan Franciscus van Assisi. Ze stuurden een afvaardiging naar hem toe om hem te smeken de wilde wolf voor immer uit hun vreedzame dorpje te verjagen.

De hele groep toog naar het dorp. Bij een kruispunt nam de heilige een andere weg dan de afgevaardigden. Hij drong diep in het woud door om in die woestenij met het wilde beest te gaan praten.

De volgende ochtend kwamen alle dorpelingen op de marktplaats samen. Toen Franciscus op zich liet wachten, werden ze ongeduldig. Toen ze hem eindelijk uit het woud te voorschijn zagen komen, begonnen ze allen van vreugde  door elkaar te roepen. De heilige baande zich langzaam een weg door de menigte, tot bij de bronput, ging op de putrand staan en sprak zijn gehoor als volgt toe: 'Mensen van Gubbio, geef jullie wolf te eten!' Dat was alles. Hij klom weer naar beneden en ging heen.

Dat zinde de inwoners van Gubbio niet. Ze waren boos op Sint-Franciscus. Hun angst voor de wolf maakte plaats voor ontgoocheling en toorn. Zo'n heilige was voor niets goed! Zodra ze echter van hun eerste verrassing bekomen waren, kwamen ze tot bezinning. Ze gaven een dorpeling de opdracht nog die avond voor zijn deur een lamsbout neer te leggen. De volgende avond kreeg iemand anders die opdracht, enzovoort.

Sindsdien heeft de wolf geen enkele inwoner van Gubbio meer opgevreten. Het leven hernam zijn normale gang. En de mensen leerden van het voorval. Ze werden wijzer. Ze keken nu niet meer hooghartig en misprijzend op de bewoners van de vlakte neer. Nu er in hun mooie dorp een wolf rondwaarde, waren ze heelwat nederiger geworden.

De vijand in mij liefhebben

Op een sabbat ging de zoon van een rabbijn bidden in een andere synagoge dan die van zijn vader. Toen hij weer thuiskwam, vroeg zijn vader hem: 'Wel, zoon, heb je iets nieuws geleerd?’ ‘Ja, natuurlijk', antwoordde de zoon. Lichtjes gekrenkt in zijn rabbijnentrots vroeg de vader, bitser dan hij zelf wilde: 'En wat leren ze daar dan wel’? ‘Heb je vijand Lief', antwoordde de zoon. Dat liet de vader niet over zich gaan: 'Wat is daar zo nieuw aan? Dat verkondig ik toch ook?' Waarop de zoon, wat ondersteboven, antwoordde: 'Ze hebben mij geleerd de vijand lief te hebben die in mij woont, en daar ben ik altijd zo tegen tekeergegaan!'

Je schaduw omhelzen

Je schaduw herkennen. Ik ben niet ik
Ik ben degene die naast mij loopt en die ik niet zie
Bij wie ik soms langsga, en die ik op andere ogenblikken uit het oog verlies
Die mij vergeeft als ik aan het snoepen ga.
Die in de wijde natuur rondzwerft als ik binnen ben.
Die zwijgt als ik spreek.
Die staande zal blijven als ik sterf.


Willy Staessens, 10 februari 2018

Waarom doen wij het?

Spiritualiteit april 2018


Waarom doen wij het?

Het is mijn beurt om een spiritualiteitsartikeltje te schrijven voor het clubblad. Maar waarover moet ik het hebben? En ik maar denken en zoeken naar een geschikt onderwerp… En dan hoorde ik ineens een ziekenwagen die met volle sirene door de stad reed….  Een mens dus in volle haast om een ander mens te helpen!  Waar haalt hij die kracht, die inzet?   Of overdrijf ik?  Misschien doet hij het alleen moetens om zijn kost te verdienen. Of toch niet?

Neen, ik ken toch vele gevallen van zorg, van medeleven, van opoffering.  En niet alleen van beroepsverpleegkundigen of brandweermannen of zwembadredders….maar ook van ouders voor hun kinderen, van grootouders, van buren, van echtgenoten, van geliefden.  En ook van onbekenden die iemand in nood aantreffen, of die zieken of eenzamen opzoeken om ze tot steun te zijn… Wat bezielt deze mensen om goed te doen?

Men kan zeggen: het is hun natuur, maar wat dan, als zij het niet doen?   Ja, het behoort tot hun natuur, maar omdat het langs deze wegen is, dat God in die mensen werkzaam is.  Ook al weten zij het zelf niet, want niet alle hulpverleners zijn gelovigen, maar ze zijn wel door God geschapen én als medemens geschapen.  En in hun bijstand ontdekken zij dat er iets is dat hen overstijgt, dat hen verbindt met de medemens, dat in hun hart leeft en dat je“liefde” kunt noemen.  En je bent vrij daarop in te spelen.  Maar als je gelovig bent, weet je dat het je plicht is.  Ja ook als je je eigen beperktheden ervaart - of als de goesting u bekruipt om met een bepaalde bijstand op te houden - voel je je verplicht en vraag je Gods hulp om vol te houden, want dan weet je dat je één bent met God die juist liefde is en vader/moeder van alle liefde.  Hij zegent je dan ook als je in zijn liefde wil delen, ja Hij maakt je gelukkig als je iemand helpt.

Danken wij God dan ook om zijn aanwezigheid in ons bestaan en doen, en vragen wij Hem dat zijn geest ons bezielt om met onze medemensen te handelen zoals Hij dat wil.  En we zullen gelukkig zijn!


Joris Backeljauw o.p.

Voordrachten 2000-2017

Voordrachten 2000-2017


Na 16 jaar en meer dan 80 voordrachten georganiseerd te hebben heeft Paul Bessemans besloten om deze fakkel door te geven aan de jongere generatie.
Vanaf 2018 nemenPB Annemie De Leyn en Paul Vranckx deze verantwoordelijkheid over.
De onderwerpen waren héél divers: gezondheid en medische aspecten (24 voordrachten), politieke onderwerpen (15), maatschappelijke onderwerpen (10), praktische onderwerpen (5), religieuze thema's (4), toerisme (4), auteurslezingen (3), humor (2)....
We verwelkomden eminente sprekers zoals onze rectoren en algemeen beheerders, Willy Claes, Mark Eyskens, Wim Distelmans, een aantal professoren van onze universeit...
Voor de geïnteresseerden: een overzicht van alle sprekers en de behandelde onderwerpen kan je lezen op onze website via deze link: www.seniorenkuleuven.be/drupalVoordracht2000-2017.

Paul, hartelijk dank voor je niet aflatende inzet, elk jaar vier tot zes voordrachten, hopelijk kunnen je opvolgers dit tempo volhouden. Zeer veel clubleden genoten van deze leerzame en wetenswaardige uiteenzettingen.

Het bestuurscomité

Voordrachten 2000 - 2017

Voordrachten 2000 - 2017


In 18 jaar werden exact 80 voordrachten gebracht, hierbij de inventaris ervan.

  1. 10 2000        Jef Vanwingh : Gevangen in België
  2. 12 2000        Insp. Christina Goderis : buurtpreventie en veiligheid
  3. 11 2000        prof Mark Eyskens : Tussen samenleving en samenloosheid,
  4. 01 2001        Kurt Verdonck : inbraakpreventie
  5. 04 2001        Jaak Van Outryve : Biotechnologie
  6. 10 2002        dr Herman Baeyens : Palliatieve zorgen
  7. 11 2002        Willy Kuypers : hoe evolueert Vlaanderen binnen Europa
  8. 01 2003        Ere-rector Dillemans : de gezondheidszorg in/van de toekomst
  9. 04 2003        Notaris Kuypers : Erfenisrecht
  10. 09 2003        prof. René Dom : Alzheimer en Parkinson
  11. 10 2003        Rik Uytterhoeven : Vlaamse begijnhoven, Unesco-werelderfgoed
  12. 11 2003        Jef Iliaens : Poverello
  13. 01 2004        Guy Goris : Evoluties in de islamistische wereld )
  14. 02 2004        Prof Luc Vanhees : Sport en derde leeftijd )
  15. 03 2004        Els De Temmerman : Afrika en kindsoldaten in Oeganda
  16. 05 2004        Myriam Roosen : Gezonde voeding voor senioren
  17. 09 2004        Prof Alfons Vansteenwegen : Liefde is een werkwoord
  18. 10 2004        Prof Johan Leman : Noodzakelijke dialoog Islam en Christendom
  19. 12 2004        Drs Kurt Martens : De paus en zijn entourage
  20. 01 2005        Prof. Vic Goedseels : De toekomstige site SR/SP
  21. 02 2005        Louis Verbeeck : Achter de muren van Leuven-Centraal
  22. 03 2005        Dirk Demuynck: Overgang naar het rusthuis
  23. 11 2005        Minister Bruno Tobback: Over ons pensioenstelsel
  24. 01 2006        Jos Swinnen: Artsen zonder vakantie
  25. 10 2005        Dr Dirk Van Duppen: de farma-industrie
  26. 11 2005        Marie Scheirlinck: Observatiemissie in Palestina
  27. 11 2005        Willy Claes: De plaats van Europa in de wereld van morgen
  28. 02 2006        Hubert Van Hellemont: Onderhoudsplicht bij rusthuisopname
  29. 03 2006        Louis Tobback: Leuven vandaag en morgen
  30. 10 2006        Gust Lauwereys: Siddartha
  31. 11 2006        Jan Ceuleers: Had Tony Mary gelijk?
  32. 12 2006        Myriam Roosen: Voeding met iétsje meer
  33. 01 2007        Prof. Manu Keirse: Patiëntenrechten in de praktijk
  34. 03 2007        Rector Marc Vervenne: De rol v/d universiteit In de samenleving
  35. 10 2007        de Van der Ginst: Palliatieve zorg en euthanasie
  36. 11 2007        prof. Jan Dequeker: (Verzet je tegen) artrose
  37. 12 2007        Ir. Jos van Lierop: De restauratie van de centrale bib.
  38. 01 2008        prof. Jan Kerkhofs: Christendom en Islam
  39. 02 2008        prof. Koen Debackere: Universiteit en innovatie.
  40. 11 2008        prof. Stefaan Top: Volkskundig cocktail
  41. 01 2009        prof. Van Cleemput: Chronisch hartfalen
  42. 02 2009        prof. Alfons Vansteenwegen: Als liefde zoveel jaren kan duren
  43. 03 2009        Ingrid Vleugels: Inbraakpreventie
  44. 03 2009        prof. Jan Kerkhofs: Europa en Europese waarden
  45. 05 2009        Dr An Bogaerts: Er beweegt iets bij 60-plussers
  46. 10 2009        Mark Eyskens: De politieke actualiteit
  47. 11 2009        Myriam Roosen: Eten is weten
  48. 12 2009        prof. Top: Het kerstgebeuren
  49. 02 2010        prof Pillen: Humor en ernst in de geneeskunde
  50. 03 2010        Willy Kuypers: Europa gisteren en morgen
  51. 10 2010        prof. Johan Menten: Palliatieve zorg
  52. 11 2010        Myriam Roosen: Eten is weten
  53. 02 2011        Joke Luyckx 1 Nico Debusschere: Senioren en (on)veiligheid
  54. 01 2012        Luc Van de Ven: De psychologie van het ouder worden
  55. 03 2012        prof Van der Schueren: Diabetes
  56. 01 2013        prof. JJ Cassiman: De genetische revolutie
  57. 02 2013        auteur Jo Claes
  58. 03 2013        prof Etienne Aernoudt: Strategische metalen
  59. 10 2013        psychiater Dirk De Wachter
  60. 10 2014        rector Rik Torfs
  61. 11 2014        Mark Eyskens: Wat komt er op ons af?
  62. 12 2014        auteur Griet Op de Beek
  63. 01 2015        Fons Bonroy: Begijntjes
  64. 02 2015        Willy Claes: Waarheen met Poetin-Rusland?
  65. 03 2015        J.P.Demarsin: Audiovisuele reportage Ijsland
  66. 04 2015        Myriam Roosen: Gezond leven en bewegen, ook na je 60ste
  67. 05 2015        prof. Stefaan Top: Rituele m.b.t. de levensloop, van wieg tot graf
  68. 11 2015        prof. Johan Flamaing: Hoe ouder worden?
  69. 01 2016        prof. Hugo De Man: Technologische ®evolutie
  70. 02 2016        prof. Wim Distelmans: Een waardig levenseinde
  71. 03 2016        prof. Bart Preneel: Privacy
  72. 04 2016        prof. Frank Luyten: Osteoartrose en osteoporose
  73. 05 2016        Paul De Schutter: Audiovisuele reportage Israël-Palestina
  74. 10 2016        prof. Rik Vandenbergh: Alzheimer
  75. 11 2016        J.P.Demarsin: A.V. Noorwegen
  76. 12 2016        Mark Van de Voorde: We zijn allen 14-18
  77. 02 2017        dr Colemont: Darmkanker
  78. 04 2017        Brigitte Herremans: Israël-Palestina
  79. 05 2017        Frans Rombouts: Culinaria
  80. 10 2017        prof. Ching Lin Pang: de relatie Amerika – China
  81. 11 2017        Audiovisuele voordracht J.P.Demarsin: Slovenië
  82. 12 2017        Mark Van de Voorde: Van pêle mêle tot selfies
  83. 01 2018        auteur Jo Claes
  84. 03 2018        Herman Van Rompuy